Hoe sociale media de natuur schaden

Foto's en filmpjes van dieren en planten doen het goed op sociale media. Bij de jacht op het perfecte plaatje en bijhorende likes gaan fotografen steeds verder. Die competitieve dynamiek op sociale media maakt dat kwetsbare soorten en natuurgebieden onder druk komen te staan.

Natuurfotografie was enkele decennia geleden het werk van specialisten. De komst van digitale camera's en later mobiele telefoons heeft het genre toegankelijker gemaakt. Maar het is voornamelijk de dynamiek van sociale media die voor problemen zorgt, aldus professor Rob Davis, bioloog verbonden aan de Australische Edith Cowan University, en auteur van een studie over de negatieve impact van sociale media op de natuur.

'Dergelijke platformen laten toe beelden te delen met een wereldwijd publiek dat direct reageert op geposte beelden. Mensen jagen op likes, en dat creëert een erg competitieve dynamiek online. Het zet aan om net achter de meest zeldzame dieren of planten aan te zitten, of om de meest afgelegen plekken op te zoeken, want dergelijke beelden of filmpjes hebben een hogere waarde online. Die combinatie van toegankelijke digitale fotografie en competitie voor likes op online platformen, kan tot behoorlijk wat schade aan ecosystemen leiden.'

Eerst viraal, dan uitgestorven

De aanleiding voor het onderzoek naar de effecten van sociale media, is de druk op populaties orchideeën. Beelden van deze populaire bloemen doen het goed online. Veel soorten zijn echter erg zeldzaam en kwetsbaar. 'Mensen posten beelden van zeldzame orchideeën, delen de locatie, waarna grote groepen  bezoekers opduiken. Als gevolg daarvan raakt de bodem vertrappeld en slagen de bloemen er niet in om zich uit te zaaien. Sommige mensen gaan zover om orchideeën uit te graven en mee naar huis te nemen.'

Een tragisch voorbeeld is de Paphiopedilum canhii, een orchideeënsoort die voorkomt op een enkele plek in de grensregio tussen Vietnam en Laos. De plant kreeg bekendheid op sociale media, met als gevolg dat verzamelaars zo goed als alle wilde exemplaren roofden. Vandaag geldt de soort als functioneel uitgestorven in het wild.

Reptielen afkoelen

Niet alleen planten, maar ook dieren voelen de impact van sociale media, aldus Davis. 'Mensen gaan ver om toch maar een perfecte foto of filmpje te maken. Ze gebruiken lokaas om dieren te benaderen, of verstoren nesten om jonge dieren te fotograferen. Een erg schadelijke praktijk is het vangen van reptielen en amfibieën om ze vervolgens af te koelen, in een koelbox bijvoorbeeld. De koudbloedige dieren worden daardoor minder beweeglijk, wat toelaat om ze in de perfecte pose te plaatsen. Veel foto's die online circuleren, zoals mooi opgerolde slangen, of kikkers die op de rug van een slang meeliften, zijn op die manier gemaakt. Die aanpak is bijzonder verstorend, en zeker amfibieën lopen het risico om door aanraking besmettelijke ziektes op te lopen.'

Dieren veranderen hun gedrag onder druk van fotografen. Ménégauxs lijstergaai, een endemische vogel die slecht op twee locaties in China voorkomt, heeft geleerd zijn nesten steeds hogerop te bouwen om aan opdringerige fotografen te ontkomen. 'Wat vaak gebeurt is dat fotografen gebruik maken van call-playbackapps die roepgeluiden afspelen om zo vogels te lokken. Op die manier leren vogels echter om deze vocalisaties te negeren, wat hun sociale orde en voortplantingssucces negatief beïnvloedt.'

Platgetrapte hyacinten

Ecosystemen in hun geheel voelen de druk van sociale media. Een schoolvoorbeeld is het Brabantse Hallerbos. Elke lente kleurt een van de grootste tapijten aan wilde hyacinten wereldwijd de bosbodem paars. Een plaatje, maar de populariteit van het Hallerbos, aangewakkerd door posts op sociale media, begon zijn tol te eisen, vertelt Tom Vermijlen, communicatieverantwoordelijke bij het Agentschap voor Natuur en Bos.

'Mensen delen foto's van de hyacintentapijten op allerlei platformen, waardoor de plek steeds meer bezoekers te slikken kreeg. Al te vaak bleven die niet op de paden, maar begaven zich tussen de hyacinten om toch maar een perfecte foto te scoren. Bloemen raakten vertrappeld, en de bodem verdichtte, met als gevolg dat er gaten ontstonden in de hyacintentapijten.'

In 2017 beslist Natuur en Bos in samenspraak met de stad Halle om in te grijpen, aldus Vermijlen. 'We hebben een aantal wandelroutes uitgestippeld, en de paden afgebakend met lint. Dat heeft geholpen, de boswachters moeten veel minder ingrijpen dan voorheen. Via onze eigen sociale media proberen we mensen bewust te maken van de waarde van deze unieke plek. Ook dat werpt vruchten af, er is een zekere sociale druk onder wandelaars om op de paden te blijven.'

Op andere plekken is de impact van sociale media minder duidelijk, maar de druk op natuurgebieden neemt wel toe. Dat merkt ook Natuurpunt, al is het niet meteen duidelijk welke rol sociale media daarbij speelt. Wel zijn er problemen met platformen zoals Strava en Komoot, waarop wandelaars routes delen, routes die niet altijd de toegestane paden volgen.

Davis pleit in zijn paper voor een gedragscode voor het posten van natuurfoto's. 'Verenigingen van vogelliefhebbers staan bijvoorbeeld niet toe om beelden van nesten te posten. Het zou helpen om ook op andere platformen meer bewust met het delen van beeldmateriaal om te gaan. Al vrees ik dat er bij grote, open platformen weinig animo voor is.'