Podcast

Hoe voorspellen weerkundigen gladde wegen?

Neerslag, zon, wind, temperatuur, ondergrond... er zijn veel parameters die de gladheid van een wegdek beïnvloeden. Hoe kan een weerman of weervrouw dan voorspellen of de wegen al dan niet glad zullen zijn? Weerman Bram Verbruggen legt het uit.

Beluister de podcast:

Bepalend voor de gladheid van een wegdek, is de temperatuur van het wegdek. Wordt die negatief en is er vocht aanwezig, dan is er kans op schuifpartijen. Gelukkig kunnen we ijzige gladheid preventief bestrijden door te strooien met zout of te sproeien met pekel. Het komt er dan ook op aan om te kunnen voorspellen wanneer er regen of sneeuw valt en wanneer de temperatuur van het wegdek negatief wordt. Bij dat laatste zijn heel wat factoren die meespelen.

Aan de bovenzijde staat een wegdek in contact met de lucht. De temperatuur van die lucht zal een invloed hebben op de wegdektemperatuur. Wordt de lucht kouder, dan zal het wegdek daarop reageren en langzaamaan kouder worden.

Onder het wegdek bevindt zich een ondergrond, die net als de lucht, warmte kan afgeven of onttrekken aan het wegdek. Bij de eerste vorst in oktober en november, zal de ondergrond nog relatief warm zijn en dus bij de eerste lichte vrieskou treedt er meestal nog geen gladheid op. Aan het einde van de winter, in februari en maart, is dat een heel ander verhaal want dan is er geen restwarmte meer aanwezig in de ondergrond.

Elk type van ondergrond heeft ook een andere warmtecapaciteit, zo zal een zandbodem sneller opwarmen en afkoelen dan een leembodem. Bruggen hebben geen ondergrond! Enfin, er bevindt zich lucht onder. Dit verklaart dan ook meteen waarom bruggen sneller afkoelen en dus sneller glad worden.

Onder bruggen bevindt er zich lucht. Daarom koelen bruggen sneller af en is het wegdek er vaker glad.

Naast de ondergrond en de lucht, zullen ook de thermische eigenschappen van het wegdek bepalen hoe snel gladheid optreedt. Verschillende types asfalt en beton hebben namelijk licht verschillende warmtecapaciteiten.

Nog een bovengrondse factor die van belang is, is de wind! En die werkt mee en tegen. Enerzijds zal bij veel wind de luchttemperatuur minder snel dalen omdat door turbulentie de luchtlagen goed gemengd zullen worden. Anderzijds zorgt wind voor wind chill waardoor de afkoeling sneller zal gebeuren. Een brug zal bijvoorbeeld zeer snel afkoelen bij koud en winderig weer.

De zon dan! Die kan zorgen voor warmte. Door instraling van zonnestralen kan een wegdek dat in de zon licht sneller opwarmen dan een schaduwstuk. Wees dus steeds op je hoede wanneer je een bos inrijdt want het gladheidsverschil tussen het stuk in de zon en het wegdek in een schaduwrijk bos, kan heel groot zijn.

En dan een laatste factor is neerslag. Neerslag kan zeer snel warmte onttrekken aan een wegdek. Sneeuw  bijvoorbeeld die smelt haalt de nodige warmte om te smelten uit de omgevende lucht en uit het onderliggende oppervlak.

Hopelijk ben je nog mee…  er zijn veel parameters die de temperatuur van een wegdek beïnvloeden. En dan zijn er nog de lokale verschillen. Wanneer je op een autostrade rijdt kom je voortdurend veranderende factoren tegen. Asfalt kan overgaan in beton, soms rij je 1 kilometer in de zon en dan weer 500m in de schaduw. Een brug betekent een 10-tal meter lucht als ondergrond. Een verhoogde zijberm kan de wind beïnvloeden. In feite is een wegdek een aaneenschakeling van microklimaten. 

Je begrijpt het…   weervoorspellers en strooidiensten hebben geen gemakkelijke job.

Heb je zelf een vraag over het weer? Stel ze dan aan weerman Bram.