Bergstreken beslaan slechts een kwart van het aardoppervlak, maar herbergen 85 procent van alle soorten flora en fauna op de wereld.
Volgens internationaal onderzoek komt dat door de complexe en gevarieerde klimaatomstandigheden van bergstreken.
De globale verspreiding van biodiversiteit is altijd een puzzel geweest sinds Humboldt, Darwin en Wallace. Ondanks eeuwen onderzoek bleef deze vraag onbeantwoord. Vooral de hoge rijkdom aan leven in tropische bergen was een raadsel. Tot voor kort. Twee artikels in Science geven een verklaring.
“Bergen zijn overmatig rijk aan soorten. Dat kunnen we niet baseren op het huidig algemeen klimaat”, zegt Carsten Rahbek, hoofdauteur verbonden aan de Universiteit van Kopenhagen. Een deel van het antwoord is dat het klimaat van ruige tropische bergregio’s fundamenteel anders is in complexiteit en diversiteit vergeleken met het laagland. Heterogene bergklimaten spelen een sleutelrol in het ontstaan en behoud van hoge diversiteit, aldus de onderzoeker.
Zo omvat het meest soortenrijke gebied, de Noord-Andes, zowat de helft van alle klimaattypes die op de wereld voorkomen. Dat is veel meer dan in het hele Amazonegebied dat twaalf keer zo groot is. Temperaturen in bergen variëren binnen enkele kilometers net zoveel als tussen de evenaar en het poolgebied, tienduizend kilometer van elkaar.
Een ander deel van de verklaring heeft te maken met het verband tussen geologische dynamiek, het ontstaan van bergen en de biologie. Vooral bergstreken gebaseerd op oude rotsachtige oceaanbodems bieden een uitzonderlijke omgeving die dienen als drijfveer voor afwijkende, lokale aanpassingen van planten. Die evolutie van planten, die deze rotsgronden kunnen tolereren, trekt tegelijkertijd ook dieren zoals insecten en zoogdieren aan. Samen dragen die uiteindelijk bij aan een hoge biodiversiteit.