Mensen en gorilla’s kunnen het, en tot op zeker hoogte hebben ook honden het onder de knie: elkanders mimiek begrijpen en nabootsen. Maar let op, ook de kleine honingbeer kan het.
Het nabootsen van elkaars gelaatsuitdrukkingen (glimlachen, wenkbrauwen fronsen, etcetera) wordt gezien als een van de pijlers van de menselijke niet-verbale communicatie. Behalve mensen is de eigenschap enkel nog bekend bij gorilla’s, en tot op zekere hoogte bij honden – die laatste hebben dat natuurlijk aangeleerd. Zo is de eigenschap van de gezichtsmimiek sterk gelinkt aan het sociale karakter van de soort.
Maar ook niet-sociale, overwegend solitaire diersoorten bezitten de eigenschap. Britse onderzoekers hebben dat ontdekt bij de honingbeer of Maleise beer (Helarctos malayanus), die leeft in tropische wouden in Zuidoost-Azië. De wetenschappers ontdekten dat de beren – die tot de kleinste behoren van de berenfamilie – vooral tijdens het spelen elkaars gelaatsuitdrukkingen nabootsen, en elkaar zo dus na-apen. Overigens is dit spelen vrij zeldzaam, want de dieren leven zoals gezegd overwegend solitair. Na minder dan twee jaar zijn de beren volwassen en trekken ze er alleen op uit.
Dat gezichtmimiek nu ook is teruggevonden bij een niet-sociale diersoort, sterkt de vorsers in hun overtuiging dat de eigenschap bij veel meer diersoorten voorkomt dan we nu beseffen. Ze kan immers niet het gevolg zijn van sociale interactie tussen de honingberen, want die is er slechts zeer weinig. Dus moet ze dieper ingebakken liggen in de dierlijke evolutie.