Kieskeurige beestjes

Honingbijen gaan niet zuiver op de smaak alleen af als ze naar stuifmeel zoeken. Ze maken gebruik van een breed en divers palet aan zintuiglijke waarnemingen én eerdere ervaringen.

Bijen eten het stuifmeel dat ze uit bloemen peuteren niet meteen ter plaatse op. Ze nemen het mee in zakjes op hun rug of aan hun poten om vervolgens in hun nest of korf de voorraadkast bij te vullen. Daarom is het zeer moeilijk na te gaan hoe de beestjes hun voeding precies selecteren. Het stuifmeel dat ze verzamelen dient immers niet alleen om zichzelf te voeden, tenminsten als het gaat om in groep levende bijen. Ook de rest van de bijenkolonie, waaronder de volwassen werksters en darren, de koningin en de pasgeboren bijtjes profiteren mee.

Feedbacksysteem

Dat bijen in hun zoektocht naar stuifmeel zich niet op het eerste het beste gewas storten, wisten we al langer. Maar de manier waarop ze selecteren blijkt nu veel complexer dan gedacht. Behalve met de smaak van de stuifmeelkorrels (een indicatie voor het eiwitgehalte) lijken ze ook rekening te houden met andere zintuiglijke waarnemingen zoals de geur van de bloem én met eerdere ervaringen. Het lijkt er zelfs op dat bijen onder elkaar een soort van feedback verspreiden, zo schrijven Britse biologen die de selectiemechanismen van de honingbij nader hebben onderzocht. Die feedback zou onder de soortgenoten worden verspreid door vreemde dansjes uit te voeren op de loopplank van de korf of in het nest, of door chemische signalen uit te stoten.

Bijen verspreiden feedback onder soortgenoten door vreemde dansjes uit te voeren op de loopplank van de korf of in het nest, of door chemische signalen uit te stoten

Als we weten welke gewassen en welke types stuifmeel bijen verkiezen kunnen niet alleen imkers maar ook boeren en natuurbeheerders daar hun voordeel mee doen. Omdat ze verantwoordelijk zijn voor de bestuiving van gewassen spelen bijen immers een sleutelrol in de landbouw. En de bescherming van deze bedreigde diersoort kan er alleen maar bij varen als we precies weten welke planten bijen het liefst bezoeken. (sst)

Bron: Natalie Hempel de Ibarra, University of Exeter, VK in Functional Ecology