Kruipende slangen gedragen zich als golven
27 februari 2019 door SSTSommige woestijnslangen lijken wel bewegende sinusgolfjes – als je ze van bovenaf bekijkt. En zo gedragen ze zich ook, zelfs bij botsingen met obstakels.
Slangen zijn (ook) nachtdieren, en door hun verminderd zicht ’s nachts kruipen ook zij al eens tegen een obstakel op. Bij woestijnslangen als de westelijke graafslang (die voorkomt in het zuidwesten van de Verenigde Staten en in Mexico) spelen die obstakels een vergelijkbare rol als bij de biljartballen die door de witte bal worden aangetikt: ze slagen de slang annex witte bal uit koers.
De westelijke graafslang (Chionactis occipitalis) beweegt zich voort volgens een uitgesproken golfpatroon, zo sterk dat het van bovenaf gezien wel lijkt alsof er een sinusoïdale golf doorheen het woestijnzand kruipt. Dat inspireerde Amerikaanse biologen tot een bijzonder experiment. Ze vingen een aantal slangen en lieten deze rondkruipen in een zelfgebouwde arena (mét woestijnzand) in hun lab. Ze voorzagen een rooster waar de slangen doorheen konden kruipen, en noteerden wat er gebeurde als ze de reptielen blinddoekten (door afwasbare verf aan te brengen op de ogen).
Waar een slang precies terechtkwam na de botsing met het rooster, bleek moeilijk te voorspellen. Maar tot de ontsteltenis van de onderzoekers vormden de eindpunten van de individuele slangen wel een patroon dat voornamelijk fysici goed kennen: namelijk dat van de interferentie van een bundel licht of deeltjes die op een scherm valt met daarin een aantal zeer dunne spleten – en daarachter een projectiescherm.
De biologen denken dat de slangen bij botsing met het rooster niet echt een keuze maken, maar hun lichaamsdynamica gewoon verderzetten – alsof er niets is gebeurd. Dat gedrag is wel vergelijkbaar met deeltjes (fotonen of elektronen) die langsheen een nauwe spleet vliegen.