Bestaat de mogelijkheid dat diersoorten met elkaar in interactie treden op zo'n manier dat het gedrag– en misschien zelfs het evolutionair pad – van beide soorten verandert? Ja, zo argumenteert een groep wetenschappers. Een nieuw concept, co-cultuur, moet helpen deze interacties beter te begrijpen.
De grote honingspeurder is een weinig opvallende vogel uit het zuiden van Afrika, ware het niet dat het dier een wel heel bijzonder gedrag vertoont. De vogel, verzot op honing en bijenwas, zoekt naar bijennesten binnen zijn territorium. Eens een nest gevonden laat hij een specifieke fluittoon horen. Jagersverzamelaars zoals de Hadza en de Boran hebben geleerd dit geluid te herkennen en volgen de signalen van de honingspeurder tot bij het nest, dat ze vervolgens uitroken. Eens de mensen klaar zijn, doet de honingspeurder zicht tegoed aan de resten van het opgebroken nest. Omgekeerd hebben de jagersverzamelaars een fluittoon die de honingspeurder laat weten dat ze in de buurt zijn, een fluittoon die voor de vogel het signaal is om een bijennest op te sporen.
Samen vissen
Samen jagen, het delen van voedsel, communicatie,... Het zijn voorbeelden van co-cultuur, een proces van culturele uitwisseling tussen soorten. Dergelijk interactief gedrag komt niet alleen voor tussen de mens en andere soorten, maar meer nog tussen diersoorten onderling, en op een manier dat het leidt tot het ontstaan van gedeelde gedragsspartonen die doorgegeven worden over generaties. Om dit gedeeld gedrag beter te begrijpen is een nieuw conceptueel kader nodig, argumenteert professor Michael Huffman, primatoloog gespecialiseerd in de studie van zelfmedicatie bij apen. 'Vaak zijn zulke culturele interacties maar weinig gedocumenteerd. Toch komen ze wel degelijk voor, en hebben ze een diepgaande invloed op hoe dieren zich aanpassen aan hun omgeving. Bovendien heeft culturele uitwisseling ook een invloed op de evolutie van soorten.'
De fascinerende relatie tussen de honingspeurder en lokale jagersverzamelaars geldt als een klassiek voorbeeld van culturele uitwisseling maar is geen unicum. Voor de kust van Brazilië, nabij het plaatsje Laguna, bestaat een soortgelijke interactie tussen lokale vissers en tursiops, een ondersoort van de dolfijn. Samen vissen ze naar harders, een vissoort die zich in scholen voortbeweegt. De vissers wachten op signalen van de dolfijnen om hun netten uit te gooien. Die doen zich vervolgens te goed aan de samengedreven school vissen, voordat de vissers hun buit binnenhalen.
Culturele uitwisseling vindt niet enkel tussen de mens en andere diersoorten plaats. Een voorbeeld is de relatie tussen slankapen en axisherten in bepaalde regio's in Indië, vertelt Huffman. 'In bepaalde periodes van het jaar is er maar weinig ondergroei om de herten te voeden, en houden ze zich op in de buurt van de apen, die fruit en bladeren vanuit de bomen naar beneden gooien. De apen hebben op hun beurt geleerd hoe de signalen van de herten te begrijpen die hun waarschuwen wanneer er tijgers in de buurt zijn.'
Evolutionaire impact
Huffman kent culturele uitwisseling vanuit zijn eigen studiegebied. 'In de veertig jaar dat ik primaten bestudeer hier in Japan zagen we hoe het hanteren van stenen zich heeft verspreid. Dit gedrag, gelinkt aan spel, begon bij jonge apen. Later verspreidde het zich door de gehele populatie. Maar hier in het onderzoeksinstituut leven verschillende soorten in elkaars nabijheid, waardoor het hanteren van stenen ook in andere groepen zoals de resusapen ingang vond.'
Om van cultuur, en dus ook co-cultuur, te kunnen spreken, moet gedrag zich voortzetten over generaties heen. Dat is duidelijk het geval bij de voorbeelden die Huffman aanhaalt. Maar heeft gedeeld cultureel gedrag ook een evolutionaire impact? Huffman denkt van wel, al vraagt dit verder onderzoek. 'Evolutie is een proces van lange adem. Maar in onze kolonie zien we dat individuen die van jongs af aan stenen hanteren beduidend ouder worden dan voorheen het geval was. We weten dat bij mensen fijne motorische handelingen op oudere leeftijd cognitieve achteruitgang tegengaan. Dat is waarschijnlijk ook het geval met onze apen. Gedeeld cultureel gedrag heeft dus wel degelijk een biologische impact.'