Ze jagen het liefst op zebra’s, antilopen en zelfs giraffen. Maar leeuwen weten ook een lekkere stukje stekelvarken te appreciëren. Als ze er er een te pakken kunnen krijgen. En als ze er zelf niet het loodje bij leggen.
Als koning van het dierenrijk ben je geacht geen vijanden te hebben. Behalve de mens misschien, maar die is de vijand van zowat het ganse dierenrijk. Toch zijn er diersoorten waar de Afrikaanse leeuw beter voor oppast, hebben Amerikaanse biologen ondervonden uit oude registraties van leeuwenkadavers in wild – ze turfden meldingen van vijftig jaar geleden tot nu.
In die registraties vonden de biologen opmerkelijk veel kwetsuren terug die maar van één dier kunnen komen: het stekelvarken. Dat knaagdier – het grootste van alle knaagdieren – bezit een kenmerkende kuif van scherpe, langwerpige stekels. Hoewel die gemaakt zijn uit keratine – hetzelfde materiaal als waaruit onze nagels en haren bestaan – kunnen ze ernstige verwondingen veroorzaken.
Een leeuw die een stekelvarken probeert te vangen en te doden, riskeert zich daarbij ernstig te blesseren. Doorgaans is de verwonding op zichzelf niet meteen dodelijk, maar als de leeuw geen hulp krijgt van soortgenoten, kan een wonde gaan ontsteken en kan het dier alsnog sterven. Bovendien is het lastig jagen met een verwonde poot, of een doorboorde neus (want dan ruikt de leeuw de prooi niet meer).
De wetenschappers vonden bewijs terug van liefst vijftig leeuwen die op de Afrikaanse savanne zijn gestorven aan verwondingen door de stekels van stekelvarkens. Doorgaans ging het daarbij om jonge mannetjes, wat suggereert dat oudere leeuwen wel beter weten.
Bovendien vielen de slachtoffers voornamelijk in drogere gebieden. Mogelijk wijst dit op een schaarste aan normale prooidieren, zoals zebra’s en antilopen. En dus op een verstoorde voedselketen, waardoor de leeuwen hun toevlucht moesten zoeken tot risicovolle prooien.