Veengrond is vochtig en gebouwd op een onderlaag van deels vergane plantenresten. Omdat dat plantmateriaal nog niet volledig is afgebroken, houdt het koolstof voor duizenden jaren vast. Maar door verdroging wordt het veen afgebroken en komt er koolstof vrij dat ontsnapt als koolstofdioxide.
Van opslagplek naar CO2-emissie
Onderzoekers van de Universiteit van Leeds bekeken 31 veengebieden in Groot-Brittannië, Ierland, Scandinavië en het Europese vasteland. Bijna de helft van die gronden zijn sinds 1800 droger geworden dan ze in de voorgaande 1000 jaar waren. “De helft van die verdroging wordt veroorzaakt door menselijk ingrijpen, zoals ontbossing en landbouw. De klimaatopwarming komt daar nog eens bovenop en verandert het veen van opslagplek voor koolstof in een grootschalige bron van CO2 emissie”, zegt onderzoeker Graeme Swindles.
De Canadese studie komt tot de conclusie dat noordelijke veengronden een grotere rol spelen in klimaatverandering en de koolstofcyclus dan tot nu bekend. Uit een bodemanalyse van ruim 600 veengebieden in Europa, Azië en Noord Amerika blijkt namelijk dat veen dubbel zoveel koolstof vasthoudt als altijd gedacht. “Koolstof onder de grond is het minst begrepen koolstofreservoir”, zegt geoloog Jonathan Nichols. Dat wordt niet accuraat meeberekend bij de meeste klimaatmodellen. Verfijning van de metingen kan daarom klimaatvoorspellingen verbeteren”.
Algoritme berekent koolstofopslag
Tot nu gingen wetenschappers ervanuit dat de opbouw van koolstof overal hetzelfde is en met dezelfde snelheid accumuleert in de veengrond. Die schatting werd gedaan aan de hand van het gemiddelde van een aantal monsters. Maar er waren vrijwel geen gegevens uit Azië en Oost- en Zuid-Europa. Nichols en zijn collega’s ontwikkelden daarom een algoritme dat wel rekening houdt met regionale verschillen en groottes van de gebieden. Daardoor is een veel nauwkeurigere schatting te maken van het totaal aan koolstof in de veenbodem. De voormalige schatting van 545 miljard ton moest worden bijgesteld tot 1,1 triljoen ton koolstof. “Dat betekent dat er dus meer koolstof in de atmosfeer terecht kan komen”.
Plan van aanpak
Vorige week verscheen er tevens een rapport van een internationaal team onderzoekers met een actieplan om voor koolstofneutrale land- en bosbouwsector in 2040. Een van de belangrijkste punten is de afname van ontbossing en de drooglegging van veengebieden. Ook moet er worden ingezet op het herstel van de bossen en verdroogde veengebieden.
Sinds drie jaar werkt Nederland met het Innovatie Programma Veenweiden (IPV). Om het grondwater op peil te houden, zonder dat de landbouw hinder ondervindt, wordt geëxperimenteerd met onderwaterdrainage. Met drainagebuizen kan ’s zomers het water uit een sloot het droge land inlopen. Dat weiland droogt daardoor minder uit, waardoor minder veen in de vorm van CO2 de lucht in vliegt. Hiermee zou liefst 1 miljoen ton CO2-emissie per jaar bespaard kunnen worden. Critici zetten echter hun vraagtekens bij dit verwachte effect, dat in elk geval nog niet is bewezen in praktijkproeven.
Daarnaast mikt het veenonderzoek op natte teelten om het veen intact te houden. Er zijn drie kanshebbers voor de markt, zegt Walter Menkveld van het IPV. Dat zijn lisdodden, kroosvaren en veenmos. Kroosvaren blijkt moeilijk te telen en staat op laag pitje. Lisdodden zijn makkelijker en te gebruiken als voer voor koeien of als bouwmateriaal. Veenmos is tot potgrond te verwerken. Menkveld: “Maar om melkveehouders te laten overstappen op natte teelt zal nog veel tijd kosten. Je kan ook niet naar de bakker lopen en zeggen morgen moet je slager worden”.