Eos Blogs

Met een enkele kokosnoot in de hand, beplant je het hele land

Er is geen plant in de wereld die op meer vakantiefolders staat dan de kokospalm, het symbool voor een tropische strandvakantie. Het klinkt dus misschien wat raar, maar in de tropen is er een tekort aan kokosnoten – niet aan noten om op te eten, maar wel om te planten. Gelukkig ontwikkelden we een manier om met een enkele kokosnoot een heel veld vol te planten.

De populariteit van deze plant startte enkele duizend jaar geleden in zuidoost Azië. Daar ontdekte men dat de vruchten van deze palm, de kokosnoot, voedzaam en verfrissend was, en daar stopte het niet bij. Alle delen van de plant kunnen gebruikt worden, het hout voor constructie, de kokosvezels voor touwen, de bladeren als dakbedekking, etc. Dankzij deze eigenschappen kreeg de kokospalm de bijnaam “de levensboom” van de lokale gemeenschappen. Deze populariteit zorgde ervoor dat dit gewas doorheen de jaren door de mens over de hele evenaar verspreid werd en door vele lokale boeren gegroeid werd.

Maar er is “trouble in paradise”. Er duiken nieuwe ziektes op waar verschillende variëteiten vatbaar voor zijn. Consumenten verkiezen nu voor de verfrissende variëteiten (het kokoswater) in de plaats van de variëteiten gekenmerkt door een hoge olie opbrengst. Klimaatverandering zorgt voor meer extreem weer. En tot slot zijn vele velden onproductief door de mindere opbrengst van ouder wordende planten. Dit betekent dat veel van deze palmen die momenteel op het veld staan aan vervanging toe zijn en daar knelt het schoentje.

Plantgoed dat én tolerant is aan ziektes én beter tegen droogte kan én aangepast aan de consument én een degelijke opbrengst geeft, is schaars en duur. Dit komt doordat het kruisen van kokospalmen een decennialang werk is, en deze palmen door middel van zaad vermeerderd worden. Omdat er met zaad gewerkt wordt is er zeer veel variatie en hebben niet alle bomen de gewenste kenmerken. Dit maakt het planten van een veld een dure aangelegenheid voor de lokale boeren en dit zonder zekerheid dat alle planten de gewenste kenmerken hebben.

Kokospalmen klonaal vermeerderen

Om dit probleem op te lossen haalden we inspiratie bij planten die gekloond worden zoals appels, aardappels of bananen en dus allemaal identiek zijn, zo zijn 2 individuele jonagold appelaars identieke klonen van elkaar. Deze planten kunnen in uniforme velden geplant worden, en alle individuen op zo’n veld hebben dezelfde smaak, zijn tolerant tegen dezelfde ziektes of omstandigheden en kunnen zeer snel én goedkoop in grote aantallen geplant worden. Toch was deze oplossing minder voordehand liggend. De kokospalm kan zich van nature niet vegetatief vermeerderen zoals bijvoorbeeld de banaan die zijscheuten maakt en uitgroeien tot een nieuwe plant.

Ook het nemen van stekken of enten zoals vaak gedaan wordt bij fruitbomen zoals appel is niet mogelijk. En andere wetenschappers hadden, over een periode van meerdere decennia, ook vele experimenten beschreven die dit probeerden op te lossen, maar zonder resultaat. En hoewel het klonen van kokospalmen volgens alle indicatoren  onmogelijk leek te zijn, zag ik een toekomst in de micropropagatie of proefbuiskweek. In deze methodes wordt een plant in een proefbuis gegroeid van nog geen 15 cm lang. Door het frequent snoeien en toevoegen van de juiste nutriënten kan je zo planten groeien en in sommige gevallen ook vermeerderen.

Tijdens eerdere pogingen om kokosnoot te vermeerderen via micropropagatie, gebruikten andere wetenschappers vooral technieken om bestaande cellen in embryo’s te veranderen die dan konden kiemen en uitgroeien tot een plant. Maar hoewel deze techniek goed werkt in andere planten, lukte dit niet in kokosnoot en liep men vast op verschillende stadia van het proces. Ons idee was anders, wij dachten, dat het misschien mogelijk was om de kokosplant te forceren om toch zijscheuten te maken in de proefbuis. Net zoals bij mijn voorgangers waren de resultaten negatief, meerdere goed bedachte experimenten draaiden op niets uit… tot er een kerstmirakel gebeurde.

In de kerstperiode, merkten we een plantje op dat na het toevoegen van bepaalde groeiregulatoren gecombineerd met een stevige snoei, meerdere nieuwe scheutjes vormde. En belangrijker, het was niet het enige plantje dat scheutjes begon te vormen. De komende dagen begonnen meerdere plantjes hetzelfde fenomeen te vertonen. Maar nu de vraag , was dit een toevalstreffer? Meteen hebben we het experiment herhaald  en 2 maanden later konden we concluderen “we hadden inderdaad doorbraak”. Dezelfde opzet resulteerde iedere keer weer in deze scheutjes vormende planten.

Een doorbraak was het zeker, maar toch was het pas de eerste stap naar een oplossing. Toch volgenden de doorbraken snel achter elkaar. Zo ontdekte ik dat als we de zijscheutjes van de moeder plant afsneden en apart in een proefbuis zetten, deze verder konden groeien. En tienduizenden planten en 3 jaren later hadden we ook bewijs dat we uit een enkele originele plant een quasi oneindige hoeveelheid aan materiaal konden krijgen. Zo konden we vertrekkende van 1 plantje elke maand ons materiaal verviervoudigen: 4 planten na een maand, 16 na 2 maanden en 16,7 miljoen planten na 1 jaar. Tijdens de laatste maanden van mijn doctoraat, kwam de laatste doorbraak. Het was ons gelukt om de proefbuisplantjes, succesvol in de serre te groeien, dit betekende dat de plantjes die we in ons lab kweekten hierna het veld op kunnen!

En hoe moet het nu verder? Wel de laatste stap voor dit systeem uitgerold kan worden, is het opkweken en evalueren van de gekloonde kokospalmen in het veld. Maar aangezien het tussen de 3 en 5 jaar duurt eer een kokosnoot vruchten draagt, zullen we hiervoor nog even op moeten wachten. Toch bieden deze doorbraken al perspectief voor de boer die nu nog aan het wachten is op kwalitatief en goedkoop plantmateriaal en kan die al dromen van een wereld waar deze met een enkele kokosnoot een veld kan vol planten.

Bronnen

  • Wilms, H., De Bièvre, D., Longin, K. et al. (2021) Development of the first axillary in vitro shoot multiplication protocol for coconut palms. Sci Rep 11, 18367. https://doi.org/10.1038/s41598-021-97718-1
  • Wilms H., Bazrafshan A., Panis B. & Adkins S.W. (2024). Coconut Conservation and Propagation. In: Adkins S.W., Biddle J.M., Bazrafshan A. & Kalaipandian S. (eds.). Botany, Production and Uses. CABI, GB, p. 126-142. https://doi.org/10.1079/9781789249736.0009.