Column

Meten geeft macht

Wetenschapsjournalist Liesbeth Gijsel deed tien jaar geleden voor het eerst mee met een burgerwetenschapsproject. Inmiddels ziet ze citizen science als een kans om iets te ondernemen. Want meten is weten, en kennis kan leiden tot verandering.

‘Gezocht: Antwerpenaren die een aardbeiplantje op hun vensterbank willen zetten om de luchtkwaliteit te meten.’ Het moet tien jaar geleden zijn dat mijn oog viel op dat bericht in mijn Facebook-feed. Het was mijn eerste bewuste kennismaking met burgerwetenschap. Meer dan duizend stadsgenoten deden mee met dit project van bio-ingenieur Roeland Samson.

Het intrigeerde mij als wetenschapsjournalist. Bewoners die samen met een wetenschapper onderzoek doen: geweldig! Ik ging het thema volgen, en daaruit vloeide het idee voort van Iedereen Wetenschapper, het platform waar je sinds 2015 tientallen wetenschappelijke projecten vindt waar iedereen aan kan meedoen.

Toen burgerbeweging Ringland in 2016 het idee lanceerde om in Antwerpen stikstofdioxide te meten, sprong ik als inwoner mee op de kar. Al gauw hing er een groot makelaarsbord aan mijn raam, met twee meetbuisjes. Inmiddels volgden nog deelname aan een ander onderzoek dat de impact van luchtvervuiling op mijn gezondheid mat, en de installatie van de app ObsIdentify, waarmee ik dieren en planten meld aan de wetenschappers van Natuurpunt. Aan mijn slaapkamerraam wordt het druk. Er hangt al een Telraam, dat het verkeer in mijn straat telt, en binnenkort komt daar een geluidsmeter bij, via het project De Oorzaak. Daarvoor zal ook de impact van lawaai op mijn slaapkwaliteit worden gemeten.

Dankzij burgerwetenschap kun je met harde cijfers zwaaien. Krijgen je argumenten meer gewicht

Ik woon in een drukke stad en kan me ergeren aan al dat verkeer, het lawaai, de vuile lucht. Als er weer eens een fietser sterft onder de wielen van een vrachtwagen, overvalt me een machteloze tristesse.

Burgerwetenschap biedt me de kans om iets te ondernemen. Want meten is weten, en kennis kan leiden tot verandering. Onderzoek met burgers zorgt bovendien voor meer ruchtbaarheid. Hoe meer mensen meedoen, hoe meer druk er op overheden en andere instanties komt om effectief rekening te houden met de resultaten, en bijvoorbeeld de inrichting van straten aan te passen.

Door mee te meten, krijg je zelf ook veel inzichten. Uit de metingen van 2016 leerde ik bijvoorbeeld dat de graad van luchtvervuiling heel snel daalt als je verder van de autoweg af gaat. Ik had mijn straat, die op enkele honderden meters van de ringweg ligt, veel vuiler ingeschat. In andere straten, vooral als ze smal zijn en hoge bebouwing hebben, blijft de smog dan weer echt hangen. Ook weet ik nu dat bomen snoeien met een kettingzaag, ook al doe je dat middenin de natuur, voor een shot vuile lucht zorgt waar een zware vrachtwagen nog een puntje aan kan zuigen.

Het idee dat actievoerders ‘maar wat roepen’, kan in de vuilnisbak. Dankzij burgerwetenschap kun je met harde cijfers zwaaien. Krijgen je argumenten meer gewicht. En is het niet ook dat wat veel academische wetenschappers willen? Dat hun onderzoek uit de ‘ivoren toren’ raakt, en de wereld verandert?