Moordende mezen
16 januari 2019 door EVDoor de klimaatverandering vermoorden koolmezen vaker concurrenten.
Tijdens het broedseizoen concurreren koolmezen en bonte vliegenvangers om dezelfde nesten. Komt het tot een gevecht in een nestkast, dan hebben koolmezen meestal de overhand. Ze hebben sterkere klauwen en wegen meer dan de vliegenvangers, die vooral gebouwd zijn om te migreren.
Buiten de nestkasten halen de vliegenvangers het vaakst hun slag thuis, omdat ze betere vliegers zijn. Door rond de mezen te blijven fladderen wanneer die een nest proberen te bouwen, weten ze hen soms te verjagen.
Beide soorten willen ervoor zorgen dat hun jongen uit het ei komen op het moment dat het aantal rupsen waarmee ze zich voeden piekt. Die rupsenpiek valt samen met het verschijnen van de eerste bladeren. Wanneer dat moment komt, hangt dan weer af van de gemiddelde temperatuur.
Uit recent onderzoek aan de Rijksuniversiteit van Groningen blijkt dat de strijd tussen de beide soorten verhevigt. Dat wijten de onderzoekers aan de klimaatverandering. Ligt de gemiddelde temperatuur hoger, dan overleven meer mezen de winter en zijn er meer conflicten met vliegenvangers.
De grootste problemen ontstaan als het voorjaar kouder is en de rupsenpiek later komt. Koolmezen stellen hun nestenbouw uit. ‘Hun broedtijd overlapt dan nog meer met die van de vliegenvangers, die steeds vroeger uit Afrika lijken te komen’, zegt bioloog Jelmer Samplonius (Universiteit Groningen). ‘De temperatuur in Afrika is geen goede voorspeller van het weer in Europa. De vogels weten niet of het hier warm of koud wordt. Omdat de rupsenpiek de afgelopen decennia gemiddeld vervroegd is, komen de vliegenvangers zelfs in koude voorjaren vroeg. Daardoor zijn er nog meer conflicten tussen de vogels.’
Volgens Samplonius kunnen koolmezen in amper twee weken tijd bijna 10 procent van de vliegenvangerpopulatie uitmoorden. Toen hij nestkastjes controleerde, vond hij geregeld een dode vliegenvanger in een kast waarin koolmezen nestelden. De slachtoffers hadden vaak hoofdwonden. Het leek erop dat de mezen hun hersenen hadden opgegeten.
Toch heeft de klimaatverandering geen effect op de grootte van de totale vliegenvangerpopulatie. Samplonius stelde vast dat vooral de mannetjes die laat terugkeren uit Afrika worden gedood. Hun kans om een wijfje te vinden en zich voort te planten was sowieso al klein. Daardoor daalt de populatie door hun dood vrijwel niet.