Het unieke ecosysteem van de hooggelegen regenwouden in Midden- en Zuid-Amerika wordt ernstig bedreigd door de klimaatopwarming.
Nevelwouden zijn regenwouden die zich op een hoogte bevinden tussen de 1.500 en 3.000 meter, meestal tegen steile berghellingen. Daar condenseert de warme lucht uit lager gelegen gebieden, waardoor het er constant lijkt te regenen – ‘miezeren’ is een beter woord. Door die hoge maar stabiele luchtvochtigheid herbergen nevelwouden een unieke flora en fauna. Bovendien vormen ze in bepaalde seizoenen een schuiloord voor trekvogels en –vlinders. Zo brengen miljoenen monarchvlinders bijvoorbeeld de winter door in de nevelwouden van Centraal-Mexico.
Maar de nevelwouden, en daarmee ook het unieke ecosysteem, staan onder druk. Niet toevallig door de klimaatopwarming. Volgens een nieuwe Amerikaanse studie dreigen de nevelwouden in Midden- en Zuid-Amerika tegen de helft van deze eeuw zelfs grotendeels ‘op te drogen’. De oorzaak? De stijgende temperaturen op het land zorgen ervoor dat de lucht pas op grotere hoogte gaat condenseren – ver boven de huidige nevelwouden.
De onderzoekers bestudeerden de gevoeligheid van de nevels voor een opwarmend klimaat, en wel door de (relatieve) luchtvochtigheid uit te zetten in functie van een stijgende temperatuur.
Eerdere studies gaven nog een hoopvol resultaat. Door de opwarmende oceanen zouden er ook meer wolken ontstaan, waardoor in sommige gebieden de nevelwouden zelfs een steuntje in de rug zouden krijgen. Maar van die hoop laat de nieuwe studie helaas geen spaander heel.