‘Nood aan meer transparantie over dierproeven’

Er is te weinig toezicht op de beslissingen die aan dierproeven voorafgaan, vindt Vlaams parlementslid Hermes Sanctorum.

Wetenschappers die een dierproef willen doen, hebben daarvoor de goedkeuring nodig van een Ethische Commissie Dierproeven (ECD). Uit de jaarverslagen van de ECDs die Vlaams Parlementslid Hermes Sanctorum opvroeg, blijkt dat in de periode 2014 tot en met 2017 één procent van de aangevraagde proeven werd afgekeurd. Drieëntwintig procent werd goedgekeurd en zesenzeventig procent werd goedgekeurd na aanpassingen.

Streng genoeg?

Volgens Sanctorum is er te weinig publieke controle op het proces dat aan die beslissingen voorafgaat. De dierenwelzijnsinspectie was niet in het bezit van alle jaarverslagen, waarvan sommige erg summier zijn, zegt Sanctorum. De verslagen zijn bovendien niet publiek. Dat hoeft wettelijk ook niet. Problematisch, vindt Sanctorum. Het betekent niet dat de ECDs geen goed werk leveren. Maar wetenschappers die wetenschappers controleren, dat is geen gezonde situatie.

‘Wetenschappers die wetenschappers controleren, dat is niet gezond’

Om de werking van de ECDs te evalueren zijn de jaarverslagen van beperkt nut, klinkt het bij de inspectie. Keurt een ECD weinig proeven af, dan kan dat namelijk ook betekenen dat de wetenschappers erg goede voorstellen doen. Aan sommige onderzoekscentra worden ze daarin al begeleid voor het voorstel naar de ECD gaat, zegt Katleen Hermans, voorzitter van de ECD aan de Gentse faculteit Diergeneeskunde.

Wat telt is het beoordelingsproces, zegt Guy Devroey, voorzitter van de Vlaamse Proefdierencommissie, die de minister van Dierenwelzijn adviseert. Zijn de leden van de ECD streng genoeg geweest? Dat hele proces wordt gedocumenteerd en de inspectie heeft daar desgewenst inzage in.

Navraag bij de Dienst Dierenwelzijn leert dat er vorig jaar 40 inspecties zijn uitgevoerd in labos die met proefdieren werken. De inspecteurs gaan daarbij onder meer na of de documenten van de ECD beschikbaar zijn. Als we dierenwelzijn serieus nemen, is meer intense opvolging nodig, vindt Sanctorum. Eén keer per jaar een vakje aanvinken volstaat niet.

Activisten

Volgens Eric Van Tilburgh, hoofd van de Cel Dierenwelzijnsbeleid, moeten een aantal waarborgen een goede werking van de ECDs garanderen. Leden mogen geen belangenconflicten hebben, er zitten ook experts in die niet aan het lab verbonden zijn, en alle commissies volgen bij de beoordeling een ethische matrix, die vragen bevat die ze zeker moeten overlopen.Van Tilburgh  wijst er verder op dat van alle goedgekeurde proeven zogenoemde niet-technische samenvattingen publiek zijn. Na afloop worden ook verslagen over het aantal gebruikte dieren en de ernst van het ongemak bij het experiment gepubliceerd,  aldus Van Tilburgh.

Dat de verslagen over de beslissingen van de ECDs  niet publiek zijn, vindt Guy Devroey niet abnormaal. Die informatie kan door activisten makkelijk verdraaid worden. Sanctorum bekijkt het omgekeerd. Net het gebrek aan transparantie voedt de verdachtmakingen. Op zijn minst moeten parlementsleden die verslagen kunnen controleren.

Kosten-baten

Ons land telt 18 ECDs. In de commissies zitten experts in ethiek, alternatieve methoden, dierenwelzijn, proefopzet en statistiek. Hoe beslissen zij over aanvragen?Een reden voor afkeuring kan bijvoorbeeld zijn dat de onderzoekers technieken wilen gebruiken die ze onvoldoende beheersen, zegt Bruno Goddeeris, voorzitter van de ECD aan de KU Leuven. Aanpassingen kunnen we vragen wanneer het aantal dieren niet goed is verantwoord, wanneer alternatieve, minder pijnlijke methoden mogelijk zijn of wanneer onduidelijk is hoe de onderzoekers het ongemak voor de dieren hebben ingeschat en willen verlichten.Zijn Antwerpse collega Peter Paul De Deyn noemt verder nog een onvoldoende onderbouwing van de relevantie van de proef als  reden tot aanpassing. Het moet duidelijk zijn wat de proef toevoegt aan wat er al is gekend.

Op een bijeenkomst vorig jaar gaven leden van de ECDs zelf te kennen dat in de huidige procedure te weinig aandacht gaat naar een kosten-baten analyse die het ongemak van de dieren afweegt tegen de waarde van het experiment. Op dit moment werkt de Vlaamse Proefdierencommissie aan een reeks criteria die de inspectiediensten als leidraad zouden kunnen gebruiken om de werking van de ECDs te evalueren.