Obese bijen

01 augustus 2014 door HK

Bijenonderzoekers hebben ontdekt dat de fructosesiroop waarmee sommige imkers hun kolonies voeden de normale groei van de bestuivers saboteert, waardoor ze kwetsbaarder zijn voor ziektes.

Bijenonderzoekers hebben ontdekt dat de fructosesiroop waarmee sommige imkers hun kolonies voeden de normale groei van de bestuivers saboteert, waardoor ze kwetsbaarder zijn voor ziektes.

‘De ene suiker is de andere niet’, stelt bijenonderzoeker Gene Robinson van de University of Illinois (VS). Omdat de basiscomponenten van de suikers in stroop, suikerklontjes, nectar of honing vrijwel altijd glucose, fructose of sucrose zijn, dachten wetenschappers tot nu toe dat het niet uitmaakt of dieren ze als stroop of suikerklontje binnenkrijgen. ‘Maar het lijkt nu echt bewezen dat suikers in stroopvorm toch anders inwerken op het lichaam dan klontjes.’

Robinson, directeur van ‘s werelds meest uitgebreide bijenlab, publiceerde deze maand in Nature zijn verrassende observatie dat fructosesiroop – in wetenschappelijke termen: high fructose maisstroop – de natuurlijke groei en ontwikkeling van honingbijen stilzet. ‘We hebben aangetoond dat honderden van de bijengenen niet in hun volwassen stand schieten. Die genen zijn waarschijnlijk betrokken bij de bijenverdwijnziekte.’

Specifiek betreft het genen die zowel hersenprocessen en als het immuunsysteem aansturen. Bij bijen die honing eten, worden die genen wel actief, bij siroopeters niet. Eerder bewezen andere bijenonderzoekers dat de immuungenen er onder andere voor zorgen dat bijen in staat zijn de pesticiden op de Amerikaanse akkers af te breken. Bijen die geen honing maar fructosesiroop krijgen, vliegen op hun zoektocht naar nectar in de bespoten landbouwvelden dus een gewisse dood tegemoet. Niet alleen zijn pesticiden giftig voor die bijen, ook zijn ze veel vatbaarder voor de varraomijt-parasiet.

Goedkoper dan honing

Amerikaanse imkers geven bijen in de bijenkorf vaak fructosesiroop in plaats van honing te eten, hoofdzakelijk uit economische overwegingen. De samenstelling van de siroop is nagenoeg identiek aan die van honing, maar stroop smaakt zoeter, vloeit makkelijker en kost minder. Eerder onderzoek toonde aan dat korfbijen gemiddeld ongeveer even oud worden. Maar nu de honingbij, die in de Amerikaanse landbouw jaarlijks vijftien miljard dollar genereert, massaal uitsterft, wordt die bevinding heroverwogen.

‘We besloten te kijken naar de genen in het vetlichaampje’, aldus Robinson. Het vetlichaampje van de honingbij is een eivormig orgaan dat min of meer dezelfde functie heeft als de lever en het vetweefsel bij mensen. De onderzoekers ontdekten dat er een verband bestaat tussen het eten van honing en de geschiktheid om uit te vliegen. Voordat bijen uitvliegen, en ze dus nog werk verrichten in de korf, schakelen ze over van een eiwitrijk stuifmeeldieet naar een suikerrijk eetpatroon. Ook verbranden ze dan ongeveer vijftig procent van hun vetten. Als ze uitvliegen, hebben ze niet meer de reserves die ze als larf hadden en moeten ze zich dus voortdurend zien te voeden.

Robinson onderzocht eerder al hoe prikkels en genenactiviteit elkaar beïnvloeden. Daarmee gaf hij het nature-nurturedebat een nieuwe wending. Hij ontdekte onder andere welke genen de werkverdeling bij de honinginsecten bepalen en hoe hun hersencellen zich genetisch aanpassen aan nieuwe informatie. Ook bewees hij dat elke bij een eigen persoonlijkheid heeft.

Vetzucht

Robinsons ontdekkingen zetten de sociologie, gedragsleer en psychologie in rep en roer. ‘Ik ben natuurlijk geen medicus of diëtist’, zegt hij, ‘maar volgens mij is er een parallel tussen de bijenverdwijnziekte en ‘onze’ vetzuchtepidemie.’ In de Verenigde Staten is fructosesiroop immers in opspraak gekomen als mogelijk veroorzaker van de vetzuchtepidemie. Amerikanen zijn de laatste decennia overgegaan van een gemiddelde consumptie van nul tot ruim 25 kilogram per jaar. De siroop zit onder andere in frisdranken en cookies. De stroop, waarvan de productieformule uiterst geheim is, smaakt zoeter dan suiker. Het enige verschil tussen siroop en kristalsuiker is dat de suikers in kristalsuiker zogeheten disachariden vormen, terwijl ze in de siroop vrij voorkomen. Voorts is de samenstelling identiek.

Bij zoogdieren zoals ratten is aangetoond dat ze van de siroop vetzucht krijgen. Levensmiddelenfabrikanten, artsen en diëtisten zijn in een verhit debat verwikkeld: ligt de siroop nu wel of niet aan de basis van de vetzuchtepidemie? ‘Het lichaam van de honingbij blijkt in ieder geval uiterst gevoelig voor het verschil tussen de siroop en honing – zelfs als de verhouding tussen fructose en glucose identiek is.’

De vraag is of fructosesiroop ook bij zoogdieren een bepaald signaal afgeeft dat de lever in de war stuurt. Daardoor zou dat orgaan onterecht denken dat het lichaam vet moet opslaan.

Zonder bijen geen mensen?

Wereldwijd gaat jaarlijks ongeveer 200 miljard euro uit naar gewassen die door bijen bestoven worden. Ook in België en Nederland kampen imkers met de bijenverdwijnziekte. En bijvoorbeeld in Noord-Ierland is het aantal honingbijen op sommige plaatsen zelfs gehalveerd.

‘Zonder bijen zijn er over vier jaar geen mensen meer’, zou Albert Einstein zich ooit hebben laten ontvallen. Ongeveer tien procent van de wereldvoeding is afhankelijk van bestuivers. Zonder bijen zou onze voeding in elk geval een stuk minder gevarieerd zijn, met minder vruchten en fruit.

‘Door siroop uit ons eten te weren, kunnen we wellicht een deel van de bijenterugval stoppen’, zegt Robinson. ‘De tijd is rijp dat imkers hun bijenkolonies weer op de traditionele manier gaan voeden.'

Meer wetenschapsnieuws in ons gratis Eos Weekblad op tablet: