Dolfijnen zijn babbelaars. Hun soort staat bekend om hun complexe vocale interactie, en de zeezoogdieren herkennen elkaar door middel van hun individueel stemgeluid. Alleen, ze krijgen het steeds moeilijker om elkaar te verstaan, zo blijkt uit een recente studie.
Een team maritieme biologen onder leiding van Helen Bailey en Leila Fouda van de Amerikaanse University of Maryland onderzocht de kreten van tuimelaars (Tursiops truncatus) in het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan, en kwam tot de conclusie dat de dolfijnsoort in lawaaierige delen van de oceaan beduidend minder complexe vocale signalen gebruiken om te communiceren dan normaal.
Voor ons lijkt het alsof onder water stilte heerst, enkel onderbroken door gedempte geluiden. Maar niets is minder waar. Water geleidt geluid zelfs beter dan lucht, alleen zijn onze oren er niet op voorzien om onder water te functioneren. Onderwaterlawaai kan een natuurlijke oorsprong hebben, zoals frictie tussen het water en de bodem, maar de grootste lawaaimaker is de mens. Scheepsmotoren, boringen, en andere activiteiten op zee zorgen voor een helse drukte, en dat is nefast voor het leven onder water.
Uit het onderzoek blijkt dat dolfijnen hun communicatie versimpelen om toch maar boven het kabaal uit te geraken in de meest lawaaierige delen van hun leefgebied. Een beetje zoals je tijdens een luid concert ook maar een paar eenvoudige zinnen kan uitwisselen. Dolfijnen gaan ook meer gebruik maken van hogere frequenties, omdat geronk van scheepsmotoren zich vooral in lagere frequenties situeert.
Dolfijnen zijn sociale wezens, en hun complexe groepsstructuur steunt grotendeels op vocale communicatie. Een verschraalde communicatie kan de cohesie van een groep doen afbrokkelen. Ook de interactie tussen individuen onderling en tussen jonge dolfijnen en hun moeder lijdt onder de herrie. Slecht nieuws, want alles wijst erop dat onderwaterlawaai veroorzaakt door menselijke activiteiten op zee alleen maar zal toenemen.