Onze waterlopen zijn nog niet klaar

25 juni 2012 door PG

Er is nog werk aan de winkel wil Vlaanderen de Europese normen voor oppervlaktewateren halen. Meer interdisciplinaire samenwerking en onderzoek zijn nodig, zegt Peter Goethals.

Er is nog werk aan de winkel wil Vlaanderen de Europese normen voor oppervlaktewateren halen. Meer interdisciplinaire samenwerking en onderzoek zijn nodig, zegt Peter Goethals.

Het Vlaamse oppervlaktewater is een zeer dynamische en complexe cocktail, die nog zeker niet al zijn geheimen heeft prijsgegeven. De voorbije jaren werden in Vlaanderen grote inspanningen geleverd om rivieren en meren te herstellen, met als gevolg dat het aantal zwaar verontreinigde oppervlaktewateren sterk gereduceerd is. Toch dient vastgesteld te worden dat zo goed als geen Vlaamse waterloop tegemoet komt aan de Europese richtlijnen, in het bijzonder de Europese Kaderrichtlijn Water.

Dit heeft enerzijds te maken met de intensiteit en diversiteit van de verstoringen, die tot gevolg hebben dat monitoring, analyse en herstel zeer veel inspanningen vragen en bijgevolg bijzonder duur zijn. Anderzijds ligt een deel van de verklaring in onvoldoende inzichten in de effecten van verschillende verstoringsbronnen en hoe deze best worden geremedieerd.

De voorbije decennia werd vooral de nadruk gelegd op het verminderen van de belasting van oppervlaktewater met organisch materiaal, nutriënten (stikstof en fosfor), microbiële kiemen en toxische stoffen (metalen, organische verbindingen zoals gewasbeschermingsmiddelen). Zowel huishoudens, landbouw en industrie hebben hier al in sterke mate aan bijgedragen, onder invloed van beschermings- en herstelmaatregelen die vanuit het beleid werden uitgewerkt. Er blijken echter nog bijkomende maatregelen nodig en er zijn daarnaast ook nieuwe uitdagingen gerezen.

Inzake bijkomende maatregelen zal het voornamelijk aangewezen zijn om ook gerichter fysische habitats in waterlopen te gaan herstellen. Deze vormen een essentieel onderdeel in het goed functioneren van ecosystemen, en spelen een cruciale rol voor de overleving en voortplanting van dieren en planten. Bijgevolg dragen ze ook bij aan het incasseringsvermogen van ecosystemen voor allerhande bijkomende druk, zoals verspreiding van verontreinigende stoffen en invasieve soorten. Goede aanleg en degelijk onderhoud van oevers zijn belangrijke voorbeelden hiervan, waarbij vaak nog niet goed geweten is hoe dit het best kan gebeuren in functie van de typische eigenschappen en randvoorwaarden van elke waterloop. Gezien de hoge kostprijs en complexiteit van uitvoering van dergelijke herstelwerken, zijn goede inzichten hierbij essentieel.

Inzake het verminderen van de lozing van schadelijke stoffen, is er binnen de afvalwaterzuivering volop onderzoek aan de gang over hoe de uitstoot van broeikasgassen tijdens het zuiveringsproces kan worden beperkt, en energie en stoffen tegelijk hergebruikt kunnen worden om de waterzuivering zo klimaatneutraal en economisch mogelijk aan te pakken. Daarnaast duiken er steeds nieuwe uitdagingen op, gezien dagelijks nieuwe stoffen in gebruik genomen worden, zoals farmaceutische middelen (bijvoorbeeld voor anticonceptie). De ecologische impact hiervan op de ontvangende ecosystemen is vaak ongekend en daarnaast zijn er zowel technologische als economische uitdagingen voor de afvalwaterzuivering.

Kortom, het Vlaamse milieubeleid en de onderzoekswereld staan nog voor grote uitdagingen. Niet alleen om de oppervlaktewateren af te stemmen op internationaal afgesproken normen zijn er nog fundamentele ecologische inzichten en praktische analyse-instrumenten nodig. Maar er moet ook een optimaal maatschappelijk beleid uitgewerkt worden op basis van kosten-batenanalyses, waarbij milieu-investeringen en maatschappelijke voordelen van waterkwaliteitsverbetering beter tegen elkaar kunnen worden afgewogen.

In die context is er veel onderzoek aan de gang in binnen- en buitenland met betrekking tot geïntegreerde watersysteemmodellering en de economische waardering van ecosysteemdiensten. Dit moet leiden tot een beter inzicht in hoe waterlopen het best geanalyseerd kunnen worden (keuze van meetplaatsen, waterloopeigenschappen, meetfrequentie, meetsystemen) en welke de prioritaire en meest efficiënte herstelmaatregelen zijn.

Er zal dus een ommezwaai nodig zijn van individuele metingen in waterlopen naar de analyse van processen en functies van watersystemen (zwemwater, energiewinning via waterkrachtcentrales, gebruik van koelwater …). In die zin is nog een sterkere verschuiving nodig van multidisciplinair naar interdisciplinair onderzoek en de ontwikkeling van praktische instrumenten voor de ondersteuning van het waterbeleid en -beheer.