Trekkende ooievaars passen hun route elk jaar aan op basis van hun ervaring. Oudere vogels vliegen daardoor in een meer directe lijn en verbruiken minder energie.
Onderzoekers van het Max Planck Instituut voor Diergedrag in Duitsland volgden tussen 2013 en 2020 meer dan tweehonderdvijftig ooievaars met behulp van gps-trackers. De onderzoekers konden zo de trekroutes van de vogels in kaart brengen. De timing en het tempo van individuele ooievaars gaf ook een schatting van de hoeveelheid energie die ooievaars verbruiken tijdens het vliegen.
De wetenschappers stelden onder andere vast dat jonge ooievaars tijdens de trek hun tijd namen om nieuwe plaatsen te verkennen. Naarmate ze ouder werden verliepen hun migraties steeds sneller. Blijkbaar leerden de ooievaars dus bij op basis van hun individuele ervaring.
Dat is bijzonder, want dat betekent dat vogeltrek, naast een aangeboren en sociale component, ook een individuele factor heeft. De studie is gepubliceerd in Proceedings of the National Academy of Sciences.