Elk van de meer dan honderd onderzochte zeeschildpadden had minstens één stukje plastic in zijn ingewanden zitten.
Hoe meer wetenschappers inzoomen op de problematiek van de plasticsoep, de plasticvervuiling in de zeeën en oceanen, hoe omvangrijker het probleem lijkt te worden.
Britse biologen hebben nu vastgesteld dat ook zeeschildpadden – grote schildpadden die zowel in tropische als gematigde zeeën leven – niet ontsnappen aan de vervuiling. Op drie verschillende plaatsen en in drie verschillende oceanen en zeeën – de oostkust van de VS (Atlantische Oceaan), Australië (Stille Oceaan) en Cyprus (Middellandse Zee) – onderzochten ze dode schildpadden, aangespoeld of omgekomen tijdens de bijvisvangst. In totaal ging het om 102 exemplaren, met vertegenwoordigers van elk van de zeven zeeschildpaddensoorten (waarvan er overigens vijf sterk bedreigd zijn).
De biologen onderzochten telkens hetzelfde stukje van de ingewanden van de zeeschildpadden. En ja, bij elk van de 102 dieren troffen ze kleine stukjes plastic aan – microplastics die niet groter zijn dan vijf millimeter in lengte. De schildpadden hadden de stukjes plastic wellicht binnengekregen via vervuild zeewater, of via prooidieren.
In totaal telden de onderzoekers meer dan achthonderd stukjes plastic. Maar omdat de vorsers slechts een klein stukje van de ingewanden onderzochten, zegt deze hoeveelheid weinig.
Welk effect de microplastics precies hebben op de gezondheid van zeeschildpadden, is nog niet duidelijk. In ieder geval zijn ze te klein om de slokdarm of de darmen te blokkeren. Maar ze zouden wel gevaarlijke virussen of bacteriën in de lichamen van de zeedieren kunnen brengen.