Plastic is letterlijk overal: van de diepste oceaan tot in het ijs van de Noordpool. Om te vermijden dat onze wereld één grote plastic vuilnisbelt wordt, moeten we evolueren van een opruim-modus naar een vermijd- en hergebruikmodus.
Wetenschappers zetten onlangs een eerste belangrijke stap: ze hebben wereldwijd in kaart gebracht welke rivieren het meeste plastic naar de oceaan brengen.
Kijk eens om u heen… en tel hoeveel voorwerpen uit plastic u ziet. Plastic is dan ook letterlijk niet meer weg te denken. Wist u trouwens dat het eerste plastic, bakeliet, uitgevonden werd door een Belg, Leo Baekeland, in 1907? Waarschijnlijk besefte Baekeland zelf niet wat een ingrijpende impact plastic op de wereld zou hebben.
Nu is plastic overal, waarbij je dat zeer letterlijk mag nemen. Het onbewoonde eiland Henderson, wat zowat de meest afgelegen plaats ter wereld moet zijn, ergens halverwege in de grote Oceaan, blijkt vol plastic te liggen (18 miljoen ton om precies te zijn!). Op het nabijgelegen eiland Pitcairn hebben de inwoners (ze zijn met minder dan 50 en het zijn verre afstammelingen van de muiters van de Bounty) hun paradijs de laatste decennia zien veranderen in een vuilnisbelt, waarbij plastic “geschenken” uit alle hoeken van de wereld aanspoelen op het strand.
Er zijn in de oceanen dan ook ‘drijvende plastic eilanden’ ontstaan, waar enorme hoeveelheden plastic en ander afval worden verzameld. Afval dat in zee drijft, wordt door ringvormige zeestromingen meegevoerd en stapelt zich op waar deze stromingen bij elkaar komen. Opkuisinitiatieven, zoals de Ocean Cleanup, hebben het probleem op de kaart gezet, en kunnen een goede eerste stap zijn naar een oplossing.
Maar we moeten ons ook realiseren dat voorkomen steeds beter is dan genezen. De verwachte plastic-productie wereldwijd zal de komende decennia fel toenemen. De kans is dus groot dat terwijl de oceaan wordt opgekuist, er zijdelings alweer meer plastic aanspoelt. De echte oplossing (en meest economische investering op lange termijn) ligt in het aanpakken van het probleem bij de bron: onze afhankelijkheid van plastic verminderen, innoveren met alternatieven en investeren in een circulaire plastic-economie, waarbij plastic wordt gemaakt van … oud plastic.
Want grootschalige schoonmaakoperaties zoals de Ocean Cleanup kunnen enkel de grote stukken plastic opruimen. Maar dat is slechts een deel van de plastificering van de wereld. Een minder zichtbaar, maar zeker niet onbelangrijker probleem zijn de micro- en de nano-plastics. Dit zijn minuscule plastic-deeltjes, die vaak slechts met een microscoop te detecteren zijn. Ze ontstaan door langzame afbraak van plastic afval onder invloed van zonlicht en de inwerking van zeewater. Maar micro-plastic deeltjes zitten ook bijvoorbeeld in shampoo en tandpasta, in de vorm van “scrubs”. Deze worden letterlijk toegevoegd om je tanden te schuren (‘to scrub’), of om oude huidcellen efficiënt te verwijderen. Ook bij het wassen van synthetische kleding (bv. fleece truien) kunnen minuscule micro-plastics in het milieu terechtkomen.
Deze micro-plastics vinden we alsmaar meer terug op de meest onverwachte plaatsen. In het ijs dat afsmelt door klimaatverandering, vinden we micro-plastics terug die decennia geleden werden geproduceerd. Op de bodem van de oceaan accumuleert vandaag niet alleen zand weggeblazen uit de Sahara of de skeletjes van afgestorven plankton. Nee, recent onderzoek toont aan dat er ook een heel nieuw materiaal uitzinkt : een regen van plastic.
Wetenschappers hebben zich lang afgevraagd waar al het plastic bleef dat we produceren. Nu begint het te dagen dat we onze wereld overal aan het "aanrijken" zijn met kleine plastic-deeltjes die zich overal nestelen in het milieu. Het moge dus duidelijk zijn: plastic is een heus ‘global change’ probleem. Sinds net iets meer dan 100 jaar zijn we de wereld aan het verrijken met een stof (eigenlijk een grote verzameling van kunststoffen, die we plastic noemen) die nooit eerder op de aarde aanwezig was. En op dit ogenblik hebben we geen idee wat de gevolgen daarvan zijn.
Het is dus tijd om te evolueren van een opkuis-modus naar een vermijd- en hergebruik-modus. Wetenschappers hebben daar recent een belangrijke eerste stap gezet: ze hebben wereldwijd in kaart gebracht welke rivieren het meeste plastic naar de oceaan brengen (Boyan Slat, initiatiefnemer van de Ocean Cleanup, nam ook deel aan deze studie, en denkt dus duidelijk ook al verder). Deze data kunnen een goede basis leggen voor doelgerichte maatregelen om te vermijden dat plastiek in het milieu terechtkomt, of om het op te vangen alvorens het in zee komt. Ook bij ons ontstaan daartoe initiatieven, zoals Zero Plastic Rivers, die het probleem in meer detail willen kwantificeren en tegelijkertijd een oplossing willen aanbieden. En misschien moeten we die tandpasta met scrubs maar beter met zijn allen vermijden?
Door FILIP MEYSMAN, TOM MARIS & ERIC STRUYF
met medewerking van Dirk Pauwels (Zero Plastic Rivers)
Volg GCE ook op:
http://twitter.com/gce_uantwerp