Ons gedrag beïnvloedt direct de verspreiding van plantensoorten, lokaal zelfs nog meer dan het opwarmend klimaat.
Dat is de belangrijkste conclusie van de doctoraatsthesis van Jonas Lembrechts van de Universiteit Antwerpen, die planten in berggebieden over de hele wereld bestudeert.
Dat is de belangrijkste conclusie van de doctoraatsthesis van Jonas Lembrechts van de Universiteit Antwerpen, die planten in berggebieden over de hele wereld bestudeert.
Ja, het opwarmende klimaat zorgt er op dit moment al voor dat planten hun leefgebied naar boven in de bergen zien opschuiven, maar onze acties zorgen rechtstreeks voor nog veel grotere veranderingen in hun verspreiding. In zijn doctoraat toont Lembrechts onder meer aan hoe de mens uitheemse soorten helpt om nieuwe berggebieden te invaderen: “De mens neemt bewust of onbewust uitheemse plantensoorten mee naar alle uithoeken van de planeet. Eens ter plaatse, maken die exoten gebruik van bergwegen en paden om – net als wij – in een mum van tijd tot boven in de bergen te geraken,” legt Lembrechts uit.
Het zijn echter niet alleen exoten die meeliften langs onze bergwegen. “We ontdekten ook een druk verkeer van inheemse soorten,” vertelt Lembrechts. “De groeicondities in wegbermen helpen talloze lokale soorten op hun weg naar boven, en typische bergplanten gebruiken ze zelfs om bergafwaarts te reizen.” Lembrechts verklaart deze patronen door de grote variatie in lokale condities die vaak over het hoofd gezien wordt in studies naar de verspreiding van soorten: klimaat en bodemcondities – beiden cruciaal in waar planten kunnen groeien – variëren dikwijls meer op een afstand van (centi)meters dan langsheen een hele berghelling. Menselijke verstoring heeft bovendien een dramatisch effect op die lokale variatie, blijkt uit zijn doctoraat.
Door menselijke verstoring, zoals we die vinden in wegbermen, kunnen we talloze plantensoorten dus tot honderden meters hoger of lager vinden in de bergen, en dat is bijna tien keer zo veel als de verschuivingen die momenteel plaatsvinden onder invloed van de klimaatverandering. Waarschijnlijk onderschatten we die directe menselijke effecten op de verspreiding van soorten dus terdege. Daarom waarschuwt Lembrechts: “klimaatverandering heeft inderdaad een groot – en sterk toenemend – effect op de verspreiding van soorten , maar die kennis zou ons niet mogen verblinden voor de directe, lokale effecten van onze menselijke handelingen.
Voor de bescherming van die waardevolle natuur in de bergen is het dus cruciaal om de aanwezigheid van mensen zoveel mogelijk op één plaats te concentreren: wandelaars blijven beter ten allen tijde op het pad, en de laatste stukken ongerepte bergnatuur laten we best zo veel mogelijk ongemoeid. Enkel zo kunnen we de natuur in de bergen de ruimte geven om zich op hun eigen tempo aan de klimaatverandering aan te passen.
Meer info op de blog van de auteur.