Pythons hebben ingebouwde gps
24 maart 2014 door Eos-redactieOnderzoekers hebben ontdekt dat de tijgerpython een ingebouwd gps-systeem heeft. Enkele maanden nadat de slangen uit hun habitat waren weggehaald, kropen ze weer rond in hun vertrouwde voedselrijke omgeving.
Onderzoekers hebben ontdekt dat de tijgerpython een ingebouwd gps heeft. Enkele maanden nadat de slangen uit hun habitat waren weggehaald, kropen ze weer rond in hun vertrouwde voedselrijke omgeving.
De ontdekking werd per toeval gedaan door een groep Amerikaanse onderzoekers. Ze vingen zes tijgerpythons in het nationale park Everglades in de staat Florida. Vervolgens brachten ze een gps-tracker aan onder de huid van de pythons, met de bedoeling de dieren te volgen in hun habitat.
Maar enkele parkwachters zagen de pythons, die een ware plaag vormen voor de lokale fauna, liever niet terugkomen. Daarom moesten de onderzoekers de slangen loslaten op verder gelegen locaties, tot 35 kilometer van de plaats waar ze gevangen waren.
Vreemd genoeg waren vijf van de zes slangen na enkele maanden terug te vinden in een straal van vijf kilometer van hun originele vindplaats. De zesde was ook richting thuis aan het kruipen. Dat wijst er volgens de onderzoekers op dat de pythons een soort ingebouwde kompas en kaart hebben. Waarschijnlijk maken ze gebruik van het aardmagnetisch veld om zich te oriënteren.
Grote boosdoener
Al decennialang gaat de zoogdierenpopulatie in de Everglades erop achteruit. Het moeraskonijn en de vos zijn al volledig verdwenen uit het nationale park, samen met 99 procent van de wasberen. Grote boosdoener? De bewuste tijgerpythons. Door meer te weten te komen over de dieren hopen de onderzoekers iets aan hun woekerende aantal te kunnen doen.
Vermoedelijk belandden de eerste pythons, die van oorsprong voorkomen in Zuid-Azië, in de Everglades nadat privé-eigenaars hun exotische huisdieren niet meer konden onderhouden. Ook ontsnapten sommige exemplaren nadat de orkaan Andrew in 1992 een groot deel van Florida blank zette.
In onderstaand filmpje zie je onder meer hoe de onderzoekers een van de pythons uitrusten met gps-apparatuur. De meeste dieren kunnen gemakkelijk een gps-tracker dragen rond hun poot of nek, maar bij de slangen moest het toestelletje onderhuids aangebracht worden. (adw, cs)