Dieter Blancquaert ontwikkelde rijst met een hoger folaatgehalte. Folaattekorten leiden tot ernstige gezondheidsproblemen in ontwikkelingslanden.
Ons lichaam kan folaat, of vitamine B9, niet zelf aanmaken. We hebben dagelijks zo’n 400 microgram nodig en zwangere vrouwen 600 microgram. Een tekort aan folaat kan onder meer leiden tot bepaalde vormen van bloedarmoede. Bij zwangere vrouwen verhoogt een tekort het risico op een slechte ontwikkeling van de neurale buis – de voorloper van het ruggenmerg – bij het embryo en de geboorte van een kind met spina bifida, een zogenoemd ‘open ruggetje’. Folaat komt onder meer voor in groene bladgroenten en peulvruchten. Rijst en andere granen bevatten van nature weinig folaat. Daardoor komt folaattekort vaker voor in delen van de wereld waar overwegend rijst op het menu staat.
Onderzoekers aan de Universiteit Gent ontwikkelden met genetische modificatie eerder al rijst die honderd keer meer folaat bevat. Helaas daalt het folaatgehalte als de rijst lang wordt bewaard: na een half jaar bewaring is de hoeveelheid folaat met de helft verminderd.
Blancquaert ontwikkelde een rijstvariëteit die niet alleen nog meer folaat bevat – 150 keer meer dan in gewone rijst – maar waarin het folaat ook stabieler is. ‘Honderd gram van onze rijst bevat voldoende folaat om de dagelijkse behoefte te dekken’, zegt hij.
Om ervoor te zorgen dat het folaat minder snel afbreekt, zocht Blancquaert inspiratie in de dierenwereld. ‘In moedermelk zit een eiwit dat bindt met folaat, dat zo optimaal wordt doorgegeven aan de zuigeling. Het is een oplossing die de natuur zelf heeft bedacht om folaat te stabiliseren.’ Blancquaert ontwikkelde op basis van een folaatbindend eiwit in koemelk een synthetisch gen – een vertaling van het dierlijke gen naar de plantenwereld – en introduceerde het in rijst. Daarnaast sleutelde hij aan het assemblageproces van folaat. ‘Een folaatmolecule heeft een negatief geladen ‘staart’. Door die langer te maken, kan het folaat moeilijker uit de cel ontsnappen en bindt het beter met de stabiliserende eiwitten.’
Frustratie
Blancquaert is gefascineerd door planten en studeerde biologie, maar opteerde voor een masterscriptie en een doctoraat in de biotechnologie. ‘Ik wou mij verdiepen in de genetica en bijdragen tot de oplossing van het probleem van ondervoeding’, zegt Blancquaert. ‘We slaagden er ook in aan te tonen dat onze nieuwe eigenschap makkelijk vanuit onze weinig smakelijke labrijst in populaire rijstvariëteiten kan worden ingekruist. En onze techniek kan worden toegepast op andere graangewassen.’
Toch zal de verbeterde rijst niet meteen op iemands bord belanden. ‘Wij hebben als onderzoekers het proof-of-concept geleverd, maar de rijst op de markt brengen is niet onze taak.’ Blancquaert ziet met lede ogen aan hoe ggo’s in Europa nog steeds een slecht imago hebben. ‘Terwijl de mensen die bij de verbeterde rijst gebaat zouden zijn, er wel voor open staan. Erg frustrerend is dat. We volgen met argusogen de evolutie rond gouden rijst (met een verhoogd gehalte provitamine-A, red.). Als die gecommercialiseerd wordt, kunnen andere verbeterde gewassen snel volgen.’
Bio
Dieter Blancquaert studeerde af als bioloog aan de UGent in 2007 en haalde in 2013 zijn doctoraat. Zijn onderzoek naar rijst met een hoger gehalte vitamine B9 verscheen in Nature Biotechnology Sinds 1 juni 2016 werkt hij aan het Proefcentrum voor Sierteelt.
Dieter is genomineerd voor de Eos Pipet 2016, een bekroning voor de meest beloftevolle jonge wetenschapper.