‘Omvallende’ graangewassen zijn een nachtmerrie voor de boer en kunnen leiden tot opbrengstverliezen tot wel 75 procent. Satellietopnames kunnen helpen om tijdig maatregelen te nemen, blijkt uit Twents doctoraatsonderzoek.
Op de akker kan de boer zelf inschatten of de graanstengels risico lopen om te legeren – zoals het ombuigen officieel heet –, maar dat is een tijdrovende bezigheid. Daarom bedacht promovenda Sugandh Chauhan (Universiteit Twente) een manier om de kans op legering vanuit de ruimte in kaart te brengen.
Via remote sensing verzamelde ze satellietbeelden van een veld wintertarwe van bijna 600 hectare in Noord-Italië. Die tarwe was eind oktober 2017 ingezaaid en werd in juni 2018 geoogst. ‘Een maand nadat de stengelgroei inzette, monitorde ik de groei vier maanden lang. Het risico op legering is het grootst twee tot drie maanden vóór de oogst’, vertelt ze.
Chauhan vergeleek de gegevens uit het veldonderzoek met de data van de satellieten. Met behulp van de satellietdata valt met 87 procent zekerheid vast te stellen hoe recht de stengels nog staan en of ze risico lopen op legering, ontdekte Chauhan. ‘Dankzij remote sensing kunnen we in real time met zichtbaar en onzichtbaar licht naar de akkers kijken. Daaruit is onder meer de concentratie bladgroenkorrels en het watergehalte van het graan af te lezen. Dat zijn twee belangrijke indicatoren, want stengels met weinig water en weinig bladgroenkorrels zijn kwetsbaar en vallen sneller om.’
Verder geeft de reflectie van infrarood licht duidelijk aan hoe scheef de stengels hangen. Het risico op legering wordt vergroot door harde wind of een felle regenbui. ‘In de nabije toekomst zullen extreme weersomstandigheden, veroorzaakt door van klimaatverandering, voor meer problemen zorgen’, zegt Chauhan. ‘Daarom wordt het steeds belangrijker dat de boer tijdig kan ingrijpen. Bijvoorbeeld door op een bepaalde risicoplek minder te bemesten waardoor de planten langzamer groeien en de kans op schade kleiner wordt, of door het graan eerder te oogsten.’