De spiraalvormige slagtanden van narwals tonen hoe de Noordpool opwarmt.
De slagtanden van narwals bevatten informatie over het milieu van tientallen jaren terug tot nu. Ze tonen duidelijk een veranderende Noordpool, zo melden onderzoekers in het vakblad Current Biology. Elk jaar groeit er aan de spiraalvormige slagtanden een nieuw laagje bij dat isotopen bevat van koolstof, stikstof en kwik. De onderzoekers kochten tien slagtanden van Inuit-jagers in Noordwest-Groenland en ontdekten dat de tanden bijna vijftig jaar aan informatie bevatten.
De onderzoekers sneden de slagtanden van de walvissen open, vermaalden delen ervan tot poeder en analyseerden de isotopeninhoud. De resultaten geven aan waar en wat een narwal heeft gegeten. Ze tonen ook de blootstelling aan kwik. Die krachtige gifstof kan het immuunsysteem en het voortplantingssysteem van de dieren aantasten.
Uit de koolstof- en stikstofisotopen konden de onderzoekers afleiden dat de dieren van de jaren 1960 tot de jaren 1990 vis aten die hoog op de voedselketen stond, zoals heilbot. In die decennia bedekte het zee-ijs nog een groot deel van de habitat van de narwals.
IJsvrije oceaan
Na 1990 is dat zee-ijs massaal beginnen smelten. Die verandering tekent zich af in het koolstofisotopenprofiel. Het wijst op een dieet van vis uit een ijsvrije oceaan, waaronder poolkabeljauw en lodde. Die soorten staan een paar schakels lager op de voedselketen en bevatten minder kwik. Toch kregen de narwals nog steeds meer van het giftige metaal binnen. Dat is volgens de onderzoekers te wijten aan de klimaatverandering, een toenemende uitstoot, of een combinatie van de twee.
Veranderende voedselbronnen bepalen mee hoezeer narwals worden blootgesteld aan vervuiling en of ze al dan niet vlot toegang hebben tot de nodige voedingsstoffen. Dat kan uiteindelijk de populatieniveaus veranderen.
‘Het onderzoek toont dat we via de slagtanden van narwals kunnen volgen hoe de regio en haar organismen reageren op de klimaatverandering’, zegt marien bioloog Cortney Watt (University of Manitoba), die niet betrokken was bij de studie. ‘Ik denk dat ze goed aangeven wat er werkelijk gebeurt in het milieu. Ze vormen een verdienstelijk archief van de geschiedenis en van wat er gebeurt in het noordpoolgebied.’
Bron: Universiteit van Aarhus, Denemarken