Wanneer biologen een nieuwe soort ontdekken, moeten ze die ook een naam geven. Sommige wetenschappers grijpen dan de kans om op te komen voor het milieu of een andere maatschappelijke kwestie.
Beeld: Christian Lukhaup et al. via Wikimedia
Entomoloog Halil Ibrahimi en zijn team maakten onlangs de ontdekking van een nieuwe soort schietmot in het Kosovaarse Šargebergte bekend. Op zich is dat geen nieuws, want elk jaar worden er wel duizenden nieuwe soorten ontdekt. Maar Ibrahimi stuurde een alarmerende boodschap de wereld in met de benaming van de mot, die hij Potamophylax humoinsapiens doopte.
Ibrahimi combineerde de Latijnse woorden humo, begraven, en insapiens, onverstandig. Hiermee wil hij de ‘onverstandige en nalatige behandeling van de leefgebieden van de nieuwe soort, die de afgelopen jaren sterk zijn aangetast door waterkrachtcentrales en andere activiteiten’, aanklagen. Tegelijkertijd is de soortnaam een woordspeling op onze eigen soort: Homo sapiens. Ibrahimi vindt dat de mens het niet meer verdient om wijs genoemd te worden, als we zo slecht zorg dragen voor de natuur.
Twee jaar geleden haalde Ibrahimi een vergelijkbare stunt uit. Midden in de coronacrisis noemde hij een verwante schietmotsoort Potamophylax coronavirus, een metaforische verwijzing naar de ‘pandemie’ die de mens aanricht in de rivieren van Kosovo. Ibrahimi is dan ook een schoolvoorbeeld van een bioloog die inspiratie zoekt in zijn activisme bij de naamgeving van nieuwe soorten.
De regels van de kunst
Regels rond de naamgeving van nieuwe soorten worden in lijvige codices vastgelegd, zoals de Internationale Code van Zoölogische Nomenclatuur (ICZN). Die dienen in de eerste plaats om verwarring te voorkomen, maar op de betekenis van de nieuwe dierennamen wordt weinig toezicht gehouden. Het is not done om soorten naar jezelf vernoemen en de nieuwe naam mag geen aanstoot geven. Wat dat laatste precies betekent, mag je grotendeels zelf bepalen.
Wetenschappers zoals Ibrahimi staan dan ook vrij om met de naam van een nieuwe soort steun uit te spreken voor hun favoriete goede doel of een belangrijk maatschappelijk vraagstuk. Zoals in de lijn der verwachting ligt, komen biologen vaak op voor het klimaat en de natuur.
‘Nee tegen de mijn!’
De slang Sibon noalamina is nog een voorbeeld van een dier met een milieu-activistische soortnaam. De ontdekkers van die slang noemden haar naar de strijdkreet van de Ngöbe: ‘No a la mina!’ of ‘Nee tegen de mijn!’. Die oorspronkelijke bevolkingsgroep in Panama verzette zich tegen ontginningsplannen in hun regio die ook het leefgebied van de slang bedreigen. De auteurs wilden met deze naam de strijd tegen de mijnen steunen en de Panamese overheid aansporen om in overleg met de activisten de oerwouden te beschermen.
Daarnaast worden milieuactivisten wel eens in het zonnetje gezet door een diersoort naar hen te vernoemen. De jonge klimaatactivist Greta Thunberg heeft zeker vijf soorten en een genus op haar palmares staan. Documentairemaker David Attenborough spant de kroon. Er zijn meer dan vijftig soorten en genera naar hem vernoemd, zoals een orchidee, een vleermuis uit de Caraïben en een uitgestorven buideldier.
Oud-president Donald Trump staat niet echt bekend om zijn klimaatbeleid, maar toch bestaan er enkele soorten met zijn naam. Een entomoloog probeerde in 2017 aandacht te vestigen op fragiele ecosystemen in de Verenigde Staten door een mot naar de toen pas verkozen president te vernoemen (Neopalpa donaldtrumpi).Tegelijk merkte de onderzoeker op dat de schubben op het hoofd van de mot lijken op het opvallende kapsel van de oud-president.
Kreeft luidt de klokken
Biologen liggen niet alleen wakker van het milieu, maar zetten soortnamen ook in voor sociale kwesties. Een rivierkreeft uit Indonesië is bijvoorbeeld vernoemd naar klokkenluider en privacy-activist Edward Snowden (Cherax snowden). Taiwanese onderzoekers steunden dan weer de strijd voor het homohuwelijk in Taiwan en wereldwijd met de naamgeving van een slak, de Aegista diversifamilia.
De naam van een libelle, de Tupacsala niunamenos, slaat zelfs op drie verschillende zaken. De genusnaam, Tupacsala, verwijst naar Túpac Amaru II, een inheemse vrijheidstrijder die door de Spaanse koloniale machten aan het einde van achttiende eeuw op gruwelijke wijze geëxecuteerd werd. De genusnaam klaagt ook de gevangenzetting van de Argentijnse Milagro Sala aan, een van de leiders van de Tupac Amaru buurtassociatie. De soortnaam is dezelfde als de naam van de feministische massabeweging Ni una menos (‘Niet één minder’) in Argentinië en andere Latijns-Amerikaanse landen. Die klaagt sinds 2015 geweld tegen vrouwen aan met protesten en vrouwenstakingen.
Nieuwsmedia pikken pas ontdekte dieren en planten met activistische benamingen sneller op dan andere nieuwe soorten. Of de activistische naamgevingen naast dat succes in de media ook een impact hebben op het beleid van overheden is twijfelachtig. Ze geven in ieder geval een indruk waar entomologen en andere natuurwetenschappers van wakker liggen.