Supervulkanen ontlenen hun kracht aan ondergrondse magmakamers

19 juli 2016 door Eos-redactie

Enorme magmakamers diep onder de grond zijn verantwoordelijk voor de kracht van supervulkanen. Russische geologen onderzochten de supervulkaan Toba op het Indonesische eiland Sumatra.

Enorme magmakamers diep onder de grond zijn verantwoordelijk voor de kracht van supervulkanen. Geologen aan de Russische staatsuniversiteit van Novosibirsk onderzochten de supervulkaan Toba op het Indonesische eiland Sumatra.

 

Supervulkanen, met als bekendste voorbeeld Yellowstone, worden gekenmerkt door hun zeldzame,  zeer krachtige uitbarstingen. Als dat gebeurt, komen er enorme hoeveelheden gas en stof vrij. Die kunnen het zonlicht blokkeren en daardoor de aarde met een paar graden afkoelen, wat rampzalige gevolgen kan hebben. Dat gebeurde voor het laatst een kleine 30.000 jaar geleden.

 

De onderzoekers vonden 150 kilometer onder de vulkaan gassen en gesmolten gesteenten. Die vloeien door de druk langzaam naar boven en hopen zich op in een ondergrondse kamer, 75 kilometer diep. Na lange tijd breekt het magma onder gigantische druk door de aardkorst, wat een uitbarsting veroorzaakt. Dit gebeurt normaal maar een paar keer per honderdduizend jaar.

 

Geologen weten nog altijd niet zeker waarom de uitbarstingen zo krachtig zijn, en waarom ze zo weinig voorkomen. Volgens de onderzoekers dienen de ondergrondse kamers als een soort buffer, wat het aantal uitbarstingen beperkt. Ze zeggen ook dat een uitbarsting op lange termijn onvermijdelijk is, maar achten de kans in de nabije toekomst zeer klein. De bewoners van Sumatra hoeven voorlopig dus niet bang te zijn voor Toba. (mvg)