Op 5 september worden de sluisdeuren van het Haringvliet op een kier (10 cm) gezet. Hierdoor kunnen trekvissen weer stroomopwaarts de Rijn en de Maas op om zich voort te planten.
'Paling, steur, zeeforel, zalm en natuurlijk haring, waar deze zeearm naar is genoemd, hebben bijna vijftig jaar hun neus gestoten tegen de voordeur. Die vissen kunnen nu gewoon door zwemmen', zegt boswachter Ted Sluijter van Natuurmonumenten.
Samen met vijf andere natuurorganisaties is jarenlang geijverd voor dit zogenoemde Kierbesluit uit 2000. Realisatie werd uiteindelijk mogelijk door het Droomfonds van de Nationale Postcodeloterij. Die stellen 13,5 miljoen euro beschikbaar, terwijl de natuurorganisaties een zelfde bedrag uittrekken.
'Het meeste geld gaat naar natuurontwikkeling', zegt Sluijter. 'De Korendijkse slikken en de Scheelhoek, oevergebieden net achter de schuiven, worden afgegraven, zodat zilte slikken en kreken ontstaan. Typische deltanatuur op de grens van zout naar zoet, erg rijk aan voedsel, vogels en vissen. Verder zijn er schone schelpenbanken aangelegd om kustbroedvogels zoals de grote stern te plezieren.'
Het sluizen- en dammencomplex bij het Haringvliet is in 1971 aangelegd als onderdeel van de deltawerken. Vanaf september blijven een aantal sluisdeuren permanent open. Alleen bij dreigend gevaar gaan ze tijdelijk dicht. 'De landbouw en drinkwaterbedrijven, die water uit het Haringvliet gebruiken, hebben het Kierbesluit lang weten tegen te houden. De overheid heeft vooraf drinkwaterpunten naar het oosten laten verplaatsen en meet continu het zoutgehalte van het water op diverse plekken. Vooral de boeren hebben zoutwatervrees. Maar de schaal waarop de sluizen nu op een kier gaan hoeven de boeren zich echt geen zorgen te maken'.