Uitstervingsgolf bedreigt grote zeedieren

19 september 2016 door Eos-redactie

Heel wat grote zeebewoners hebben het moeilijk. Als we zo doorgaan, wacht hen hetzelfde lot als de mammoet.

Flink uit de kluiten gewassen zeebewoners zoals de blauwe vinvis, de haai, de blauwvintonijn maar ook de minder bekende doopvontschelp hebben het tegenwoordig niet onder de markt. Als we zo doorgaan is hen wellicht hetzelfde lot beschoren als de mammoet.

Volgens biologen is de huidige biodiversiteitscrisis, waarbij talloze dier- en plantensoorten steeds kwetsbaarder worden en zelfs met uitsterven worden bedreigd, al de zesde grote ‘uitstervingsgolf’ in de geschiedenis van onze planeet. Kwatongen zouden kunnen opperen dat massa-extincties zoals deze net zozeer bij het leven op aarde horen als zuurstof in de atmosfeer. Maar dan gaan ze wel voorbij aan het feit dat de huidige uitstervingsgolf danig verschilt van alle voorgaande.

Dat is de tenminste de conclusie van enkele Amerikaanse biologen, die zich voor hun studie beperkten tot het zeeleven. Niet toevallig vormen de zeeën en oceanen het toneel waar de biodiversiteitscrisis tegenwoordig het lelijkst thuishoudt. Dat was ook al zo tijdens de vorige vijf uitstervingsgolven die het leven op aarde de voorbije 500 miljoen jaar troffen, maar toch vonden de onderzoekers enkele belangrijke verschillen toen ze actuele gegevens naast fossiele data legden.

Lineair verband tussen lichaamsmassa en risico op uitsterven

Zo blijken het vandaag vooral de grotere zeedieren te zijn die het moeilijk hebben. Sterker, de wetenschappers vonden zelfs een duidelijk lineair verband terug tussen de gemiddelde lichaamsmassa van een diersoorten het risico op uitsterven. Een soort die tien keer zo zwaar is, blijkt liefst 13 keer meer kans te hebben om het loodje te leggen.

Dat voornamelijk de mastodonten van de diepzee gevaar lopen kan overigens ernstige gevolgen hebben, want ze nemen een unieke plaats aan de top van de voedselketen in die niet meteen kan worden bezet door een minder onfortuinlijke diersoort.

De mens is hoofdverantwoordelijke

Hoeft het nog gezegd dat de hoofdverantwoordelijke voor dat verhoogde risico op uitsterven de mens is? De mammoet moest het tienduizend jaar geleden al tegen ons afleggen op het land, nu lijken de grotere zeedieren aan de beurt te zijn. Dat komt vooral door de manier waarop we al honderden jaren vissen, door eerst de grotere soorten naar boven te halen en vervolgens, als die schaars zijn geworden, stapsgewijs af te dalen in de voedselketen.

We halen eerst de grotere soorten naar boven en vervolgens, als die schaars zijn geworden, dalen we stapsgewijs in de voedselketen

Wat de gevolgen zijn voor het mariene leven als de uitsterving van de grotere soorten doorzet, is nog onbekend. De onderzoekers geven grif toe niet te weten hoe een oceaan zonder bijvoorbeeld haaien, blauwvintonijnen, vinvissen, maar ook doopvontschelpen eruit ziet – noch welk ecologisch evenwicht er zou heersen en hoe de nutriëntencyclus zou worden beïnvloed.

Kan het tij nog worden gekeerd? Volgens hoofdauteur Jonathan Payne zijn er genoeg voorbeelden van soorten die ooit bijna uitgestorven waren maar die zich dankzij strenge wetgeving en gerichte uitzet vandaag prima hebben hersteld. ‘De Noordelijke zeeolifant is hiervan een sprekend voorbeeld,’ reageert Payne in een e-mail. Riskeer je niet door selectief soorten te gaan redden, of de visserij te verplichten op kleinere soorten te vissen, dat de balans doorslaat naar de andere kant? ‘Daar moeten we inderdaad goed op letten. We mogen het probleem niet gewoon verplaatsen’, aldus Payne. Hoe het dan wel moet, blijkt ook voor Payne een moeilijk te beantwoorden vraag. (sst)


Bron: Jonathan Payne, Stanford University, VS in Science