Eos Blogs

Voor wie vergroenen we onze steden?

Sinds 2023 hanteert de Vlaamse overheid de 3-30-300 norm. Die stelt dat iedere Vlaming vanuit zijn woning minstens drie bomen kan zien, er dertig procent groen in de buurt is, en er toegankelijk groen is op driehonderd meter. Klinkt goed, toch? Maar achter deze doelstellingen schuilen uitdagingen die vragen om aandacht voor sociale rechtvaardigheid.

De temperatuur in onze steden stijgt. Het temperatuurverschil met omringende landelijke gebieden kan oplopen tot zes graden Celsius. De oorzaak? De vele grijze oppervlakken in de stad. Asfalt en beton houden overdag warmte vast en koelen ’s nachts trager af en dat leidt tot hittestress. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie sterven jaarlijks ongeveer 175.000 Europeanen aan de gevolgen hiervan. Groene oplossingen in de stad zoals groene daken, groene muren en parken kunnen hiervoor een oplossing bieden door de lucht te koelen en schaduw te creëren. Daarnaast verbetert vergroening de luchtkwaliteit, heeft het positieve effecten op de mentale gezondheid van bewoners en verhoogt het de biodiversiteit. Onderzoek toont daarbij aan dat dertig procent meer groen in de stad kan leiden tot een daling met veertig procent van het aantal hittedoden.

Drie grote uitdagingen 

Stedelijke vergroening biedt veel voordelen, maar de uitvoering ervan is complex. Het brengt verschillende uitdagingen met zich mee, waarvan sociale rechtvaardigheid er een is. In deze blogpost bespreken we drie van deze sociaalrechtvaardige vraagstukken.

Eerst en vooral toont onderzoek in Noord-Amerikaanse steden zoals Chicago en New York aan dat welgestelde buurten met bewoners met een hoog inkomen en opleidingsniveau als eerste genieten van vergroening. Stedelijk groen wordt namelijk vaker en beter aangelegd in gebieden met meer welvaart. Als resultaat hebben bewoners met een hogere sociaaleconomische status meer toegang tot parken in de stad.

Daarnaast hebben kwetsbare en minder welvarende bewoners de middelen niet om zelf in vergroening te investeren. De subsidies voor groendaken en groene gevels komen voornamelijk bij huiseigenaars terecht, terwijl huurders buitenspel staan. Hierdoor wordt een vicieuze cirkel van ongelijkheid in stand gehouden. Mensen die het meeste baat hebben bij groenvoorzieningen, bijvoorbeeld voor gezondheidsvoordelen, hebben er juist het minste toegang toe.

Mensen die het meeste baat hebben bij groenvoorzieningen, hebben er het minste toegang toe

Een andere uitdaging is groene gentrificatie. Vergroening zorgt voor stijgende vastgoedprijzen in de stad, wat op zijn beurt meer welvarendere bewoners aantrekt. Uit een studie van onderzoekers uit Barcelona, die 28 steden in Noord-Amerika en Europa bekeken tussen 1990 en 2016, blijkt dat vergroening in zeventien van deze steden binnen tien jaar leidde tot gentrificatie. In bijna de helft van de onderzochte steden, waaronder Seattle en Barcelona, werd vergroening zelfs als de enige verklaring voor de stijging van de huur- en huisprijzen gezien. Oorspronkelijke bewoners van deze wijken kunnen de gestegen vastgoedprijzen niet meer betalen en verhuizen naar minder groene en goedkopere buurten. Dat is een paradox, want groen in de stad zou juist voor iedereen toegankelijk moeten zijn.

Naast ongelijkheid en groene gentrificatie is er nog een derde uitdaging, namelijk de invloed van groen op het veiligheidsgevoel in de stad. Onderzoek vertelt ons dat groene gebieden zoals parken kunnen bijdragen aan een aantrekkelijkere en veiligere leefomgeving. Maar ze kunnen ook leiden tot een verhoogd gevoel van onveiligheid en hogere misdaadcijfers bij onvoldoende sociaal toezicht of beperkt onderhoud. Goed beheer en betrokkenheid van de gemeenschap zijn daarom essentiële onderdelen van succesvolle stedelijke vergroening.

Call to action

Ook in België zien we voorbeelden van ongelijke toegang tot groen en bewijs voor groene gentrificatie. Denk aan wijken als het Patershol in Gent en de Dansaertwijk in Brussel. De vastgoedprijzen in deze wijken stijgen door stadsvernieuwing en de oorspronkelijke bewoners zien hun buurt veranderen. Vergroening is hard nodig, maar moet samengaan met sociale rechtvaardigheid. Stadsbesturen staan voor de uitdaging om aangename en groene steden te creëren zonder dat dit leidt tot een exclusieve toegang voor wie het zich kan permitteren. Als we willen dat stedelijke vergroening echt ten goede komt aan alle bewoners, zouden we in de Belgische en internationale context dieper inzicht moeten krijgen in wat sociaalrechtvaardige vergroening precies inhoudt. Dit vereist dat we de dynamieken en gevolgen van stedelijke vergroening grondig analyseren en begrijpen. Hoe zorgen we ervoor dat groene initiatieven niet alleen de welvarende wijken versterken maar ook de mensen bereiken die het meeste baat hebben bij groenvoorzieningen?

Door systematisch en gericht te onderzoeken hoe we vergroening inclusiever en eerlijker kunnen maken, kunnen we strategieën ontwikkelen die negatieve effecten zoals gentrificatie en sociale ongelijkheid voorkomen. Ons onderzoek naar hoe sociaalrechtvaardige vergroening wordt begrepen en geïmplementeerd in steden in de Europese Unie zet ons alvast een stap dichter bij steden die niet alleen gezonder en groener zijn maar ook rechtvaardiger.