Vraag naar rubber bedreigt tropisch bos

20 april 2015 door Eos-redactie

Wetenschappers vermoeden dat er tot 8,5 miljoen hectare extra rubberplantages nodig zullen zijn.

De voorbije 30 jaar is de oppervlakte rubberplantages bijna verdubbeld, van 5,5 naar 9,9 miljoen hectare. Zo’n 70 procent van het rubber wordt gebruikt voor banden. Door de toenemende vraag naar rubber, zullen er tegen 2024 4,3 tot 8,5 miljoen hectare extra plantages nodig zijn. Dat berekenen Britse wetenschappers in het vakblad Conservation Letters.

Rubber wordt vooral gewonnen in Zuidoost-Azië, onder meer in Maleisië, Indonesië, Vietnam en Laos, en in Zuidwest-China. Op verschillende plaatsen in de regio heeft het tropisch bos ook al te lijden onder oprukkende oliepalmplantages.

Uit eerder onderzoek blijkt dat als tropisch bos plaats maakt voor plantages, de diversiteit aan vogels, vleermuizen en insecten met 20 tot 75 procent afneemt. Ook grotere dieren zoals apen en hoefdieren hebben weinig kansen in intensief beheerde monoculturen.

Daarom is er volgens de Britse wetenschappers nood aan meer onderzoek naar manieren om het biodiversiteitsverlies te beperken. Zo is het nog niet duidelijk welk strategie de natuur het meest spaart: hoogproductieve, intensief beheerde plantages enerzijds, waardoor er zo weinig mogelijk ruimte nodig is, of extensieve plantages anderzijds, waar nog andere boomsoorten tussen de rubberbomen groeien. Daardoor is wel meer ruimte nodig.

Daarnaast roepen de wetenschappers bandenproducenten op om werk te maken van certificeringsprocessen voor duurzaam geproduceerd rubber, zoals die ook al voor hout bestaan. (ddc)