Vulkanen én meteoriet kostten dino's het leven
07 juli 2016 door EEDat besluiten Amerikaanse wetenschappers uit een reconstructie van de toenmalige temperatuur van de Zuidelijke Oceaan.
Het uitsterven van de dinosauriërs, 65 miljoen jaar geleden, is waarschijnlijk slechts voor een deel het gevolg van de grote Chicxulub-inslag voor de kust van het tegenwoordige Mexico. Tot die conclusie komen Amerikaanse wetenschappers die een reconstructie hebben gemaakt van de toenmalige temperatuur van de Zuidelijke Oceaan (Nature Communications, 5 juli).
De wetenschappers baseren zich op de chemische samenstelling van een bepaald soort schelpen. Uit die samenstelling blijkt dat de temperatuur van het water van de Zuidelijke Oceaan in de betreffende periode twee opvallende pieken vertoont. De eerste valt samen met een reeks kolossale vulkanische uitbarstingen – de zogeheten Deccan Traps – in het westen van het huidige India. De tweede, kleinere piek volgt op de inslag van een planetoïde bij Mexico, die 150.000 jaar later plaatsvond.
Dit brengt de onderzoekers tot de conclusie dat het massale uitsterven aan het einde van de Krijt-tijdperk waarschijnlijk een dubbele oorzaak heeft gehad. Door de temperatuurstijging ten gevolge van de grote vulkanische activiteit had driekwart van alle plant- en diersoorten op aarde het al heel moeilijk. En dat maakte ze heel kwetsbaar voor de klimaateffecten van de grote inslag die kort daarop volgde.