Waar vang je het meeste plastic?
19 januari 2016 door Eos-redactieDe strijd tegen plasticvervuiling in de oceaan focust het best op de kusten.
Het Ocean Cleanup project, opgericht door de Nederlandse Boyan Slat, wil iets doen aan de plasticvervuiling in de oceaan. Volgens een nieuwe Britse studie in het vakblad Environmental Research kan Slat zich het best op de kusten concentreren.
Elk jaar komt zo’n acht miljoen ton plastic in de oceanen terecht. Zo’n 250.000 ton plastic drijft in de buurt van het wateroppervlak, een veelvoud daarvan bevindt zich op grotere diepte – volgens sommige schattingen miljarden plasticdeeltjes per vierkante kilometer zeebodem. Zeevogels en andere dieren slikken het plastic in of raken erin verstrikt.
Het drijvende afval hoopt zich op op vijf plaatsen waar de oceaanstromingen een cirkel vormen, de zogenoemde gyren. Eén van die gyren, de Great Pacific Garbage Patch (GPGP), is volgens sommige schattingen twee keer zo groot als het Verenigd Koninkrijk.
Het Ocean Cleanup Project wil plastic met grote drijvende netten verzamelen. Volgens de Nederlandse Erik van Sebille (Imperial College London) kunnen ze die beter in de buurt van de kusten plaatsen in plaats van in de plastic-eilanden. Van Sebille berekende met modellen die de beweging van plastic in de oceanen simuleren waar inspanningen om plastic te verwijderen het best kunnen worden geconcentreerd.
Binnen tien jaar dertig procent minder plastic
‘Door gedurende tien jaar plastic te verzamelen in de buurt van de kust, in het bijzonder rond China en Indonesië, zou er over tien jaar zo’n dertig procent minder plastic in de oceaan zitten vergeleken met een scenario waarin we niets doen’, zegt Sebille. ‘Als we alle inspanningen in de GPGP concentreren, zou dat slechts 17 procent minder zijn.
In de gyren zit weliswaar veel plastic bij elkaar, maar het is vooral in beweging in de buurt van de kusten, waar het in de oceaan terecht komt. ‘Bovendien houdt het steek om het plastic te onderscheppen voor het veel schade kan aanrichten’, zegt Sebille.
De onderzoekers keken ook waar zones met veel plastic en zones met veel plankton elkaar overlappen. Kleine plasticdeeltjes komen vaak in de voedselketen terecht doordat ze als plankton worden aanzien. Ook dat is vooral in de buurt van kusten het geval: door de inspanningen daar te concentreren werd de overlap tussen plastic en plankton met bijna de helft gereduceerd, tegen 14 procent in het andere scenario. De plastic-eilanden zijn namelijk grotendeels ‘dode zones’.
Opmerkelijk: volgens de simulaties van Sebille, gebaseerd op de plannen van het Ocean Cleanup Project, zal er over tien jaar niet minder plastic in de oceaan zitten, er komt alleen minder bij. ‘Ik denk niet dat de oceaan ooit weer plastic-vrij wordt’, zegt Sebille. ‘Maar door nieuwe vervuiling te stoppen, kunnen we de schade wel flink terugdringen.’