Wat is mist?
Mist is een meteorologisch verschijnsel, waarbij de lucht aan het aardoppervlak verzadigd is met water(damp). Mist is in feite niets meer dan een wolk die zich aan het aardoppervlak bevindt en die bestaat uit talrijke minuscule waterdruppeltjes die zweven in de lucht. We spreken over mist wanneer de waterdruppeltjes zo talrijk zijn, dat het zicht erdoor fel beperkt is (typisch minder dan 1000 meter). Als de zichtbaarheid in mindere mate beperkt is, spreken we over nevel. Als het zicht beperkt is tot minder dan 200 meter spreken we over dichte mist.
Hoe ontstaat mist?
Mist kent verschillende soorten ontstaanswijzen. De meest voorkomende soort mist is de zogenaamde “stralingsmist”. Deze vorm van mist ontstaat meestal tijdens heldere nachten met weinig wind. Zulke omstandigheden doen zich voor wanneer we te maken hebben met een hogedrukgebied. Hogedrukgebieden zorgen voor dalende luchtbewegingen die het weer stabiliseren en waardoor wolken weinig kans krijgen om zich te vormen. Als de kern van het hogedrukgebied in onze buurt ligt, is er meestal ook weinig beweging in de atmosfeer met weinig of geen wind.
Om stralingsmist te doen ontstaan heb je brede opklaringen nodig. Onder invloed van opklaringen tijdens heldere nachten verliest de aarde snel haar warmte. Wolken fungeren als het ware als een isolerend dekentje. Als het ’s nachts bewolkt is, kan het niet afkoelen aangezien de straling tegengehouden wordt door de bewolking. Bij helder weer, daarentegen, kan de aarde snel haar warmte uitstralen richting de ruimte en koelt de lucht snel af. Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht. Bij afkoeling van de lucht raakt deze dus snel verzadigd met water. Wanneer dat gebeurt, condenseert de aanwezige hoeveelheid waterdamp in de lucht tot water en wordt nevel of mist gevormd. Op dat moment is de temperatuur gelijk aan de “dauwpunttemperatuur” (i.e. de temperatuur waarop condensatie optreedt). Om mist te vormen is er dus ook vochtigheid nodig. Als de lucht niet genoeg vocht (waterdamp) bevat, kan er geen mist ontstaan. Vaak ontstaan nevel en mist dan ook eerst op plaatsen waar er meer vocht beschikbaar is, zoals boven laaggelegen weilanden of boven waterpartijen.
Figuur 1: Wolken hebben een isolerend effect en zorgen ervoor dat de warmtestraling van de aarde niet weg kan. Als het ’s nachts bewolkt is koelt het daarom niet zo fel af. Bij heldere condities kan de aarde al haar warmte uitstralen en kan het goed afkoelen.
Naast heldere weercondities en vochtigheid is er nog een andere belangrijke parameter: de wind. Nevel en mist kunnen enkel gevormd worden als er weinig of geen wind staat. Bij te veel wind, zal de koude en vochtige lucht gemengd worden met drogere en warmere lucht uit de omgeving. Op die manier droogt de lucht uit en kan er geen mist gevormd worden. Dé ideale condities voor het ontstaan van nevel en mist komen dus voor onder de kern van een hogedrukgebied. Vaak gaat een hogedrukgebied ook gepaard met een zogeheten “temperatuurinversie”. Dat is een laag waarin de temperatuur stijgt met de hoogte in plaats van daalt. Zo’n laag is uiterst stabiel, waardoor de vochtigheid die zich onder deze laag bevindt niet kan ontsnappen en aan het oppervlak gevangen blijft. Bij een temperatuurinversie zal, wanneer er mist ontstaat, deze ook hardnekkig zijn en lang blijven hangen.
Waarom ontstaat mist zo vaak in de herfst?
We weten intussen dat mist vooral ontstaat door heldere weercondities tijdens de nacht, waarbij het fel kan afkoelen. Daarvoor moet de lucht voldoende tijd krijgen om af te koelen tijdens de nacht. Dat gebeurt typisch in de herfst (en winter), wanneer de dagen korter worden en de nachten steeds langer. Bovendien blijft de mist ’s ochtends in deze periode van het jaar ook langer hangen, omdat de zon niet voldoende kracht meer heeft om de mist op te lossen. Aan het einde van de zomer zal mist dan ook veel sneller oplossen dan tijdens de herfst- en wintermaanden.
Hoe kunnen we mist voorspellen?
Mist voorspellen is geen makkelijke taak. Vaak gaat het om zeer plaatselijke fenomenen. We weten dus niet op voorhand waar de mist het hardnekkigst zal zijn. Toch kunnen meteorologen vaak de kansen op mist op voorhand goed inschatten door de weersituatie te evalueren. Als we te maken hebben met een hogedrukgebied in de herfst of winter, waarbij de nachten helder verlopen en er weinig wind staat, is er een heel grote kans dat mist zich gaat vormen. Als er daarbij nog 2 tot 3 beaufort wind staat is die kans veel kleiner.
Daarnaast hebben we natuurlijk ook onze (hoge resolutie) weermodellen die de kansen op mist voor ons kunnen inschatten. Als deze op grote schaal lage wolken en mist aangeven, is de kans groot dat het effectief tot mist zal komen. Een bijkomende en zeer handige tool om mist te voorspellen is de zogeheten “sounding”. Een sounding geeft een verticale doorsnede van onze atmosfeer weer op een bepaald moment voor een welbepaalde plek. Op die manier kunnen we in detail de temperaturen en de vochtigheidsgraad inschatten op verschillende hoogtes voor een bepaalde locatie. Als we daarop zien dat de lucht in de onderste luchtlagen verzadigd is met vocht, is de kans op mist en lage wolken zeer reëel. Als we op de sounding bovendien ook nog een temperatuurinversie waarnemen, is de kans groot dat de mist hardnekkig kan zijn en het lang kan duren alvorens deze kan oplossen. Mist voorspellen is dus een huzarenstukje en vergt een uitgebreide analyse van verschillende weerkundige parameters.
Figuur 2: Voorbeeld van een sounding op 5 november 2020. Dit is een verticale doorsnede van de atmosfeer op een bepaald moment voor een bepaalde plaats. De rode lijn is de temperatuur, de blauwe lijn is de dauwpunttemperatuur. Hoe verder de temperatuur verwijderd is van de dauwpunttemperatuur, hoe droger de lucht is. Als deze twee temperaturen samenvallen (blauw op rood) is de lucht verzadigd met water(damp) en treedt er condensatie op. Op dit mistprofiel kan je duidelijk waarnemen dat de lucht aan de grond tot ongeveer 300 meter verzadigd is en er mist gevormd wordt. Boven de mistlaag neemt de temperatuur toe met de hoogte (de rode lijn gaat abrupt van links naar rechts), wat wijst op een inversie. De mist kan dus hardnekkig zijn, en het vocht blijft lang gevangen onder de inversielaag.