Stoeien en speels vechten verscherpt de conditie en het denkvermogen van dieren. Al spelend ontwikkelen ze vaardigheden die nodig zijn om te overleven en zich voort te planten.
Het was laat in de namiddag en ik bevond me in het woestijngebied van het Etosha National Park in Namibië. Vanaf een onderzoekstoren liet ik mijn blik glijden over de horizon. Plots zag ik een olifantenfamilie, aan de rand van de Mushara-waterpoel. De hele dag had de wind olifantenfamilies ervan weerhouden deze drinkplaats aan te doen. Hij belemmert hun pogingen om elkaar vocaal te traceren. Nu hij was gaan liggen, daagden onze eerste klanten van de dag eindelijk op.
Te oordelen naar het aantal slurven dat in de lucht stak, leek het erop dat ze uit hun dekking wilden komen en naar het water lopen. Vooral de jonge mannetjes hunkerden ernaar om in beweging te komen. Ze waren niet alleen dorstig, maar moesten ook de nodige training met een sparringpartner inhalen.
Nu de winter vordert, droogt de omgeving uit en moeten olifanten zich verder van het water wagen om voldoende voedsel te vinden. Het kan enkele dagen duren voordat ze naar de waterpoel kunnen terugkeren voor een drankje en een reünie.Ik kon wel zien waarom deze kudde zich inhield. Een andere olifantenfamilie verzamelde zich in het zuidoostelijke bos en kwam onze kant uit. De volwassen vrouwtjes waren op hun hoede. Ze hadden de voeten stevig in de grond geplant en hun oren waren gestrekt. In het resterende briesje snuffelden ze om mogelijk onraad te kunnen ruiken. Als ze het veilige woud zou verlaten, zou de familie zichzelf blootstellen aan roofdieren, maar ook aan andere olifanten. Een ontmoeting met een familie van een hogere rang kan tot een agressieve interactie leiden.
Maar voor de jongeren in de groep betekenden meer gezinnen vooral meer mogelijkheden om te spelen. Na de open plek grondig te hebben geëvalueerd, gaf de matriarch van de groep het teken om in beweging te komen door te trompetteren en met de oren te klapperen. De familie begon het water te naderen.
De late middag is mijn favoriete moment van de dag tijdens ons veldseizoen in de zuidelijke winter – de lucht koelt snel af, terwijl de zon zakt en ze de olifanten in een stralend roze tint kleurt. Mijn collega’s en ik staan op de uitkijktoren met een glas in de hand, onze verrekijker gericht op de horizon, hopend op een bezoek van een van onze geliefde inwonende families. Tijdens deze dagelijkse visites steek ik altijd iets nieuws op over olifanten, vooral als ze spelen.
Ik ben getuige geweest van de belangrijke rol van het spel in de ontwikkeling van de kalveren en de gezinspolitiek door gade te slaan hoe leden van mijn favoriete olifantengroepen bij zonsondergang dollen bij deze waterpoel. Mijn vaak chaotische observaties inspireerden me om meer te willen begrijpen van hoe dieren spelen, en welke voordelen dat gedrag kan opleveren, niet alleen voor olifanten maar voor alle sociale wezens, inclusief de mens.
Het blijkt dat spelen, net zoals andere vormen van interactie, spelregels heeft. En het is van essentieel belang voor de ontwikkeling van de fysieke en cognitieve vermogens die dieren nodig hebben om te overleven en zich voort te planten.
Regels en voorschriften
We zijn geneigd spelen te zien als iets vrijblijvends, maar spelenderwijs leren dieren belangrijke vaardigheden aan – dingen die ze nodig hebben om te slagen in het leven, zoals jagen, paren of uit de klauwen blijven van roofdieren. Hoewel spelen leuk is voor alle betrokkenen – ook voor de toeschouwers – is spelgedrag geëvolueerd als een geritualiseerde vorm van overlevingsvaardigheden. Die skills zijn onontbeerlijk in het latere leven, en spelen helpt om ze onder de knie te krijgen.
Door te spelen, kunnen dieren experimenteren met nieuw gedrag in een beschermde omgeving, zonder dat daar gevolgen aan verbonden zijn. De ongeschreven gedragscode rond spel laat hen veel mogelijke uitkomsten onderzoeken.
Dieren maken zich de spelregels al op erg jonge leeftijd eigen. Als honden buigen, zien ze dat als een uitnodiging voor allerlei gekkigheden, zoals elkaar achternazitten en schijnbijten. Chimpansees en gorilla’s motiveren soortgenoten om te spelen door hun boventanden te laten zien. Dat signaal is nog sterker als ze ook hun ondertanden ontbloten.
Wanneer een jonge mannetjes-olifant wil spelen, houdt hij zijn slurf omhoog en biedt hij ze uitnodigend aan een leeftijdsgenoot aan. Daarna plaatst hij zijn slurf over de kop van de ander. Bij volwassenen duidt dat manoeuvre op dominantie, maar bij kalveren vormt het de aanloop naar een pittig potje sparren. Het gaat dan van zacht porren tot heftige kopstoten uitdelen, of elkaar heen en weer duwen met verstrengelde slurven en klapperende slagtanden.
Bij de jongste olifanten duurt de pret enkele seconden of een paar minuten, bij adolescenten kan dat veel langer uitlopen. Sparren biedt stieren de mogelijkheid om hun vechtvaardigheid te testen, zodat ze later met succes kunnen strijden om een wijfje. Dat begint meestal rond hun 25ste, wanneer ze geslachtsrijp zijn en in de hormonale toestand komen die biologen ‘musth’ noemen. De olifanten gedragen zich dan zeer agressief en maken meer voortplantingshormonen aan.
Voelt een jong mannetje zich bijzonder avontuurlijk, dan waagt hij zich weleens ver weg van de beschermde omgeving van zijn mama om een familielid dat op een andere locatie vertoeft uit te nodigen om te sparren. Als zijn uitstapje hem te ver uit de buurt leidt of een wedstrijd onverwachts ruw uitpakt, dan zal het dappere kalf zich met flapperende oren en heen en weer zwaaiende slurf terug naar mama reppen.
Af en toe houdt een oudere zus toezicht op een spelgevecht. Waakzame zussen maken deel uit van een uitgebreid zorgnetwerk dat het spel mogelijk maakt. Ook anderen kunnen ingrijpen als een kalf een onzichtbare bloedlijn overschrijdt. Het olifantje wordt dan vaak tot de orde geroepen door een hooggeplaatste, overbeschermende moeder die het een mep toedient met haar slurf.
Repetitie voor later
Experts in dierengedrag herkennen drie hoofdcategorieën van spel. De eerste is sociaal spel, of elke vorm waarbij anderen betrokken zijn. De tweede is motorisch spel – inclusief rennen, lopen, springen en bespringen. Die speelvorm bevordert de motorische vaardigheden een leven lang. Bij prooidieren helpt hij om de tactieken waarmee ze roofdieren afschudden te perfectioneren.
Denk aan de springbok, die met zijn vier poten recht omhoog springt als hij met de kudde rent, wat ‘pronken’ wordt genoemd, en dan op een onvoorspelbare plek landt. Bij olifanten verbetert motorisch spel de vaardigheden om roofdieren te vermijden en helpt het om strategieën te ontwikkelen waarmee ze aan een agressieve minnaar kunnen ontsnappen, of aan een concurrent die een dodelijke wond wil toebrengen.
Omgekeerd gebruiken jonge roofdieren, zoals leeuwenwelpen, deze spelvorm om hun jachtvermogen aan te scherpen. Nestgenootjes achtervolgen en laten struikelen en ze vervolgens een knauw in de ruggengraat of keel toedienen zijn in feite repetities. Zo ontplooien welpjes de vaardigheden die nodig zijn om later prooidieren te vangen en te doden door hun ruggenmerg door te bijten of ze te verstikken.
Veel soorten, waaronder de mens, nemen deel aan de schijngevechten van het motorisch spel, waardoor ze hun kracht kunnen testen in een veilige omgeving waar iedereen de regels begrijpt. Een speelse sparring bij olifanten is vergelijkbaar met een armworsteling tussen menselijke leeftijdsgenoten. Wanneer het spel omstandiger wordt en het er steviger aan toegaat, verandert het van een armworsteling in iets dat lijkt op vechtsport. Daardoor kunnen beide deelnemers vaardigheden oefenen en innovatieve oplossingen ontwikkelen die van nut zijn om later in hun leven een dodelijke strijd te vermijden. Spelenderwijs vechten biedt ook mogelijkheden om grenzen af te tasten, te peilen wie te vertrouwen is en belangrijke lichaamstaal te leren.
De derde hoofdcategorie van spelen is objectspel, waarbij voorwerpen uit de omgeving in het spel worden opgenomen. Voor een olifant kan zo’n voorwerp de vorm aannemen van een stok of tak, die het dier met zijn slurf opneemt en vervolgens een eind meedraagt of weggooit. In gevangenschap spelen olifanten graag met ballen of sjouwen ze voor hun plezier met binnenbanden.
Het voorwerp kan ook een ander dier zijn, zoals een zebra of giraf, dat een onweerstaanbare gelegenheid biedt voor een achtervolging. In één geval leerde een vierjarig mannelijk kalf genaamd Leo zijn broertje, Liam, hoe leuk zo’n achtervolging kan zijn. Liam klauterde als een bezetene om Leo bij te blijven, terwijl de giraf in kwestie zich snel uit de voeten maakte.
Twee andere spelvormen zijn alleen gedocumenteerd bij mensapen, waaronder mensen. Bij wedstrijdspel worden sociaal, motorisch en objectspel gecombineerd. Voetbal, hockey, lacrosse en polo zijn voorbeelden van traditionele spellen die vastgelegd werden als sporten met specifieke regels. Onder de niet-menselijke mensapen spelen alleen dieren die in gevangenschap en dus een menselijke context zijn opgegroeid soortgelijke spellen.
De andere spelvariant die uniek blijkt voor de grote apen is doen alsof. Zo draagt een chimpansee in het wild soms een klein houtblokje met zich mee alsof het een baby is. Een menselijk kind kan zich vermaken met een onzichtbaar stuk speelgoed of een onbestaande hindernis opwerpen waarvan het wil dat wij volwassenen die respecteren.
Verliezen is goed
Spelen biedt een omgeving om met risico’s te experimenteren. Wanneer een leeuwenwelp opzettelijk een deel van de controle over zijn lichaam opgeeft, is hij in het nadeel, waardoor anderen de kans krijgen hem te bespringen. Onderzoekers stellen dat dieren door te spelen meer manieren ontwikkelen om hun evenwicht te herstellen. Spelen zou dieren ook beter in staat stellen om onverwachte stresserende situaties het hoofd te bieden. Winnen is voor hen niet het doel, wél de vaardigheden verbeteren – al dan niet door zichzelf even een handicap op te leggen.
Zodra zijn nestgenoten een welp hebben aangepakt, kunnen de rollen worden omgedraaid. Een van de broertjes laat zichzelf dan te grazen nemen. Zo’n zelfhandicap opleggen is riskant en vereist vertrouwen, maar het is een geweldige manier om kracht en behendigheid te ontwikkelen. Het is ook een belangrijke oefening in het opbouwen van samenwerking.
Bij wolven zagen onderzoekers dat het dominante mannetje van de roedel langzamer ging lopen zodat een ondergeschikte metgezel hem kon inhalen en aanpakken. En bij olifanten zag ik zelf enkele keren hoe een oudere bul hurkte om een veel jonger kalf de gelegenheid te bieden met hem te sparren. Dat is vergelijkbaar met een oudere broer die tijdens een armworsteling niet al zijn kracht gebruikt om zijn kleine broertje te laten winnen.
Kinderachtig of dwaas doen is een ander belangrijk aspect van spelen. Het laat ons toe om buiten onze comfortzone te treden en het dwingt ons om nieuwe strategieën uit te testen. Door gek te bewegen of praten, of door ons onnozel te gedragen, kunnen we veel ruimer en creatiever denken. Wetenschappers vonden dat gekscheren ook bij veel diersoorten helpt om problemen op te lossen.
Ooit zag ik zeeleeuwen spelen in de branding. Ze wierpen zichzelf hoog op en lieten zich neervallen op de golven die naar hen toe rolden. Het is precies het soort gedrag waarmee ze een aanval kunnen voorkomen van een grote witte haai – hun voornaamste vijand, afgezien van orka’s en mensen.
Spelen bouwt ook vertrouwen op. Onderzoekers aan de universiteit van Wenen ontdekten dat raven doen alsof ze waardevol voedsel verstoppen en vervolgens kijken hoe hun soortgenoten reageren. Blijkbaar doen ze dat om te bepalen wie ze kunnen vertrouwen. In een vroege levensfase leren hoe je concurrenten kunt onderscheiden van betrouwbare medewerkers heeft duidelijke voordelen. Het komt van pas om medestanders te winnen, een coalitie te vormen binnen een groep of een verbroken relatie te herstellen.
Familietwist
‘Olifanten in het zuidoosten!’, riep ik mijn team toe vanaf de Mushara-toren, toen op een middag drie jaar geleden een stoffige lijn van rozegrijze rotsblokken aan de rand van de open plek naderde. De zoektocht naar identificerende kenmerken kon beginnen. Een ontbrekende slagtand, een inkeping in de onderkant van het linkeroor of een V-vormige snede in de bovenkant van het rechteroor zou de familie verraden. Wie het eerst de olifantenfamilie identificeerde, kreeg straks een extra drankje bij zonsondergang.
Die dag bleek het te gaan om de familie ‘Acteurs’. Het was de eerste keer in dat seizoen dat we de groep zagen, en we waren verheugd te zien dat er enkele leden bij waren gekomen. De hooggeplaatste Susan, te herkennen aan haar dolkachtige linkerslagtand, had een nieuw mannelijk kalf, Liam. En de laaggeplaatste Wynona, die haar linkerslagtand miste, had een nieuw vrouwelijk kalf, Lucy. De moeilijke dynamiek tussen deze twee moeders hadden we door de jaren heen nauwlettend gevolgd. Vooral toen ze enkele jaren geleden in hetzelfde seizoen allebei een kalf kregen – Leo en Liza.
Susan had Wynona tot aan het einde van haar zwangerschap meedogenloos gekweld en agressief lastiggevallen als ze in de buurt van het water kwam om te drinken. De spanning was bijzonder hoog opgelopen. Toen Wynona zich losmaakte van het gezin om te bevallen, omringd door haar dochter Erin en hun kalveren, maakte ik me zorgen om het leven van haar baby wanneer ze opnieuw bij de familie zouden aansluiten. Effectief: toen die de baby voor het eerst zag, volgde geen getrompetter. Ik nam aan dat Wynona’s dagen als lid van de Acteurs-familie geteld waren.
Zoals voorspeld scheidde Wynona zich af van de grotere kudde en werd ze de matriarch van haar eigen kernfamilie. Zo ging het vier jaar lang verder. Totdat de komst van Wynona’s nieuwste baby, Lucy, de dynamiek van de grote familiegroep opnieuw veranderde. Spelen bleek een belangrijke factor bij de gezinshereniging.
Lucy’s oudere zus Liza was vroeger een verlegen baby die altijd bij haar moeder en naaste familieleden bleef. Wynona timede haar bewegingen zodat ze een zekere afstand kon bewaren van de grotere familiegroep, wanneer ze naar de Mushara-waterpoel trokken om te drinken.
Meestal liepen ze een dag voor of achter op de familie. Als het toch een keer voorviel dat hun bezoeken aan de poel overlapten, dwaalde Liza niet af om contact te zoeken met de grotere groep. En wie zou het haar kwalijk nemen? Susan stond paraat om een snelle prik met haar dolk-slagtand of een klap met haar slurf uit te delen. Voor laaggeplaatste baby’s was er geen plek op de speelplaats van de royalty, dat moest duidelijk zijn. Kalveren van Wynona’s kleine maar groeiende familie hadden nauwelijks een kans om leden van de uitgebreide familie te leren kennen.
Reünie
Lucy heeft dat allemaal veranderd. Vanaf het begin was ze erg extravert. Misschien maakte het feit dat ze uit een klein gezin kwam haar extra nieuwsgierig. In elk geval was ze opgewonden om zich te mengen met de rest van de familie op de zeldzame momenten dat ze elkaar aantroffen. Ze liet zich niet afschrikken door de waarschuwingen van de hooggeplaatste moeders – kennelijk tot grote ergernis van Susan.
Het tweejarige kalfje wist precies hoe ze door de benen van volwassenen moest rennen en buiten het bereik van hun slurf blijven. Zo navigeerde ze door potentiële mijnenvelden en speelde ze het klaar de beteugelende slurf van haar moeder te ontwijken. Ze gedroeg zich meer zoals Susans kalf, Leo, de leeftijdsgenoot van haar oudere zus Liza.
Telkens als we bij de waterpoel Leo’s afstand tot zijn moeder berekenden, had hij een veel hogere score dan Liza. Aanvankelijk gingen we ervan uit dat dat vooral lag aan zijn sekse en zijn vroege experimenten met onafhankelijkheid. Maar de komst van Lucy liet ons zien dat het verhaal niet zo eenvoudig was.
Lucy bracht veel tijd door op grote afstand van haar moeder en speelde met kalveren van moeders van alle rangen. Toen werd het tijd om de waterpoel te verlaten en in verschillende richtingen uit te wijken, zoals de heersende familiepolitiek dat voorschrijft. Maar Lucy maakte dat onmogelijk. Ze was zo druk met andere kalveren aan het spelen dat ze niet kon worden afgeleid, waardoor Wynona geen andere keuze had dan haar gedrag aan te passen.
Wynona had een route gekozen in de tegenovergestelde richting van de Acteurs. Uiteindelijk moest ze rechtsomkeert maken en de rest van de familie volgen. Ze kon het risico niet lopen om haar nieuwe kalf te verliezen. Er was namelijk geen garantie dat de andere moeders Lucy zouden beschermen, laat staan dat ze haar zouden laten zogen. Dat zou betekenen dat ze minder kostbare voedingsstoffen voor hun eigen kalveren overhouden. Enkele jaren later waren Wynona en haar gezin opnieuw volledig geïntegreerd in de familie.
Goed voor de gezondheid
Ik zie deze dynamiek wel vaker ontvouwen tussen dieren, en telkens weer moet ik glimlachen. Hoe vaak zien we niet in onze eigen families dat de wrok van een oudere generatie opzij wordt gezet omdat de jongere al spelend banden smeedt?
In feite zou spelen op onze dagelijkse planning moeten staan. Glimlachen en lachen zijn besmettelijke gedragingen die banden verstevigen en een positief effect hebben op de gezondheid. Het neemt ook niet veel tijd in beslag. Maak er even tijd voor op je werk, of ga alsnog in op die uitnodiging voor een familiereünie. Wellicht zal je verbaasd zijn over het resultaat – of dat nu een beter idee is voor een vergadering of een barst in de muur die tussen jou en een lastig familielid staat.
Ons flexibele en innovatieve karakter is geworteld in het spel. Ik ben mijn favoriete olifant, Wynona, en haar dochter Lucy dankbaar omdat ze me eraan hebben herinnerd dat we er altijd iets nieuws van kunnen leren – en dat we daar nooit te oud voor zijn. Het smeedt nieuwe banden, herenigt verdeelde gezinnen, verbetert de copingvaardigheden en vergemakkelijkt samenwerking en innovatie. Hoe kunnen we het ons dan veroorloven níét te spelen?