Om zich te voeden bewegen vinvissen, de grootste familie van de baleinwalvissen, zich met wijd open bek door het water. Ze nemen daarbij niet alleen forse hoeveelheden van hun kleine prooien op, maar ook een gigantisch volume water. Bij dat zogenaamde longeren ondervinden hun monden enorme fysieke krachten.
Marien biologen van de University of British Columbia gingen na hoe de walvissen dat doen zonder zich te verslikken of te verdrinken. Ze ontdekten een structuur die het kanaal tussen de mond en de keelholte blokkeert om de ingang van de keelholte en de luchtwegen te beschermen. Vermoedelijk komt die ‘orale prop’ voor bij alle walvissen die zich op dezelfde manier voeden.
Het mechanisme van het longeren was al bekend, maar over hoe prooien zoals krill nadien worden doorgeslikt tastten onderzoekers tot nu toe in het duister. De anatomie van het strottenhoofd was bekend, maar over de rest van de keelholte, het knooppunt tussen de ademhalingsorganen en de spijsverteringsorganen, was weinig geweten.
Zacht gehemelte
De onderzoekers bestudeerden het weefsel van overleden walvissen. Uit de analyses bleek dat de orale prop deel uitmaakt van het zachte gehemelte en naar achteren en naar boven kan bewegen om de neusholten te blokkeren. Dat dwong de onderzoekers ertoe om het strottenhoofd te onderzoeken, omdat ze dat tijdens het ademen wel op de plek van de orale prop verwachten, maar niet tijdens het slikken. Het bevond zich op de bodem van de keelholte, waar het kraakbeen van het strottenhoofd zich sluit om die holte te beschermen. Een spierzakje aan de onderkant van het strottenhoofd wordt omhoog in de strottenhoofdholte geduwd om de onderste luchtwegen volledig af te sluiten.
Volgens de onderzoekers is bij geen enkel ander dier een structuur zoals de orale prop gerapporteerd. ‘Er zijn maar weinig dieren met longen die zich voeden door prooien en water op te slokken. De orale prop is wellicht specifiek voor vinvissen’, zegt onderzoeker Kelsey Gill.
Bron: University of British Columbia, Vancouver, Canada