Om natuurlijke vijanden te ontwijken, verlagen noordkapers hun toon als ze met hun kalfjes communiceren. Zo vermijden ze dat ze gehoord worden door roofdieren.
Er zijn nog maar 420 noordkapers in leven. De walvissoort leeft in de Atlantische Oceaan en wordt met uitsterven bedreigd. Er worden amper nieuwe walvissen geboren en van de vruchtbare vrouwtjes stierven er de afgelopen drie jaar dertig door botsingen met grote schepen of verstrikkingen in visnetten. Hun grootte beschermt hen gelukkig van roofdieren, al vormen hun kleine kalfjes wel een makkelijke prooi voor orka’s en haaien.
Uit nieuw onderzoek blijkt nu dat walvismoeders hun jongen zoveel mogelijk proberen te beschermen door de toonhoogte van hun zogenaamde up call te verlagen. Een up call is een roep waarmee walvissen met elkaar communiceren en klinkt als een korte, luide ‘whoop’. Doorgaans duurt dit slechts twee seconden, maar het klinkt zo scherp dat het over een lange afstand in water hoorbaar is. Wanneer moeders het gebruiken om met hun kalfjes te praten, klinkt het plots veel lager, korter en vooral stiller, als een soort bromgeluid. Zo is het alleen van dichtbij te horen, waardoor ze hun aanwezigheid niet aan tegenstanders verraden.
De onderzoekers verzamelden 754 geluidsfragmenten van noordkapers door de dieren een recordertje op te plakken. De fragmenten zijn afkomstig van walvissen in verschillende stadia van hun leven: jeugdig, zwanger of moeder. Alleen de moeders maakten het lage bromgeluid, wat aantoont dat ze het gebruiken om contact met hun kalfjes te bewaren zonder roofdieren aan te trekken.