De vraag lijkt eenvoudig, maar het antwoord is dat niet. Er is geen duidelijke grens tussen de stad en het platteland en welke plek we als ‘stad’ ervaren hangt sterk af van de geografische context. In dit artikel bekijk ik hoe je een stad kan definiëren en waarom het misschien wel een illusie is om tot een universele definitie van steden te komen.
Beeld: Wander Demuynck
Het is zondagmiddag en ik ga op bezoek bij mijn ouders. Ik trek de deur van mijn appartement achter me dicht en wandel tussen de hoge kantoortorens van de Brusselse Noordwijk richting station. Op tien minuten sta ik op het perron, omringd door talloze medereizigers. Tijdens de treinrit zie ik het landschap langzaam veranderen. De torens maken plaats voor uitgestrekte akkers en alleenstaande woningen. Na een uurtje in de trein en een korte autorit – er is helaas geen bus naar mijn ouderlijk huis door het beperkte aantal reizigers – beland ik in het pittoreske Eksaarde.
Er is een wereld van verschil tussen mijn huidige woonplaats en de buurt waar ik opgroeide: de stad tegenover het platteland. Maar wat maakt die twee eigenlijk zo verschillend? Is het de drukte en hoeveelheid mensen, of de dichtheid aan gebouwen en kantoortorens? Of gaat het meer om de diversiteit aan winkels, jobs en diensten op wandelafstand in de stad, terwijl je op het platteland vaak afhankelijk bent van de auto? Zoals je merkt, is het niet eenvoudig om te zeggen wat een stad nu echt definieert.
Elk land bepaalt administratief wat een stad is. In België kende een vorst stadsrechten toe aan een bepaalde plaats, of werden die vastgelegd in een Koninklijk Besluit. Zo heeft de gemeente Brussel officieel de stadstitel, terwijl de gemeente Anderlecht die niet heeft. Toch merk je niet dat je de stad verlaat als je van Brussel naar Anderlecht wandelt. De invloed van de stad reikt immers veel verder dan haar administratieve grenzen.
De definitie van een stad varieert ook van land tot land en is afhankelijk van de lokale context. In Denemarken is een gehucht met 200 personen al stedelijk, terwijl een stad in China minstens 100 000 inwoners moet tellen. Dat stadsdefinities in de wereld verschillen lijkt weinig relevant, tot je steden moet vergelijken.
De definitie van een stad verschilt van land tot land
Volgens de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties moet elke stad in de wereld toegankelijk openbaar vervoer hebben. Maar gelden diezelfde regels dan voor een Deense plaats met 200 inwoners en voor een Chinese miljoenenstad? In de Deense plaats is alles wellicht bereikbaar op wandelafstand en is openbaar vervoer dus overbodig, terwijl voor de miljoenenstad openbaar vervoer wel essentieel zal zijn. Ook de wereldwijde doelstelling om luchtvervuiling in steden aan te pakken roept vragen op wanneer we Deense en Chinese steden vergelijken. We zouden wel maatregelen nemen voor een betere luchtkwaliteit in de Deense stad, terwijl bewoners van een Chinese agglomeratie met 75 000 inwoners mogelijks zonder diezelfde bescherming blijven, omdat China een minimum inwoneraantal van 100 000 hanteert. Je begrijpt al snel dat louter administratieve definities niet ideaal zijn voor het vergelijken van steden op wereldschaal.
DEGURBA
Onderzoekers van de Europese Commissie hebben daarom een alternatieve, universele definitie van steden ontwikkeld: DEGURBA. DEGURBA staat voor de DEGree of URBanisation – ofwel de mate van verstedelijking. In plaats van administratieve grenzen werkt DEGURBA met een populatieraster dat de wereld opdeelt in vakjes van 1 km². De inwoners van een gemeente worden verdeeld over deze vakjes op basis van de bebouwde oppervlakte, die we detecteren met behulp van satellietbeelden. Zo definieert DEGURBA een stad als een gebied met minstens 1.500 inwoners per vakje en minstens 50.000 inwoners in totaal.
Verschillende internationale organisaties gebruiken de DEGURBA-definitie. De Verenigde Naties gebruikt ze bijvoorbeeld om de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen op te volgen, terwijl de Europese Unie ze inzet om te bepalen welke ‘steden’ in aanmerking komen voor projectfinanciering. DEGURBA is niet bedoeld om administratieve stadsdefinities in een land te vervangen. De kracht van de definitie ligt vooral in de mogelijkheid om steden wereldwijd op een betekenisvolle manier te vergelijken.
Zoals we eerder hebben gezien, is het niet zo simpel om een stad te definiëren en hangt de definitie af van de geografische context. Werkt een wereldwijde stadsdefinitie zoals DEGURBA dan wel overal in de wereld even goed? Dat was precies wat we ons aan de KU Leuven afvroegen. Daarom hebben we een sensitiviteitsanalyse losgelaten op DEGURBA.
DEGURBA definieert een stad als een gebied met minstens 1.500 inwoners per vakje
Je kunt een sensitiviteitsanalyse vergelijken met het aanpassen van een recept: als je wat meer of minder zout toevoegt kan de smaak van het gerecht heel anders uitpakken. Zo onderzochten we hoe de wereldwijde definitie van steden verandert als je kleine details in DEGURBA aanpast. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de grenzen van een stad als je de minimumdichtheid van 1500 inwoners per km² verlaagt naar 1250? Of welke plekken verliezen hun stadsaanduiding als je het minimum inwoneraantal van 50 000 verhoogt naar 60 000?
Wat we ontdekten, is dat de stadsgrenzen van Hanoi in Vietnam opeens veel groter of kleiner kunnen worden door kleine aanpassingen, terwijl die van pakweg Wenen in Oostenrijk altijd ongeveer hetzelfde blijven. Dit komt doordat de regio rond Hanoi een veel ingewikkelder verstedelijkingpatroon heeft. Denk aan dichtbevolkte gebieden en grote fabrieksgebouwen die zich midden in uitgestrekte rijstvelden bevinden.
Een vergelijkbare mix van stedelijke en plattelandskenmerken zie ik ook tijdens mijn wekelijkse trip van Brussel naar Eksaarde. In Vlaanderen vloeien steden, dorpen en plattelandsgebieden in elkaar over, verbonden door lange linten van huizen. Dit maakt het moeilijk om een duidelijke grens te trekken tussen stad en platteland. In tegenstelling tot Vlaanderen is het verstedelijkingspatroon van onze noorderburen veel makkelijker af te lijnen.
De stadsclassificatie van DEGURBA werkt dus niet in elk land even goed. Dat is logisch, want verstedelijkingspatronen wereldwijd zijn nu eenmaal sterk verschillend. We zullen waarschijnlijk nooit één definitie kunnen maken die alle vormen van verstedelijking perfect kan vastleggen. Elke definitie heeft zijn eigen beperkingen, maar ook zijn unieke sterktes. Zo is DEGURBA heel nuttig om de Duurzaamheidsdoelstellingen wereldwijd op consistente wijze op te volgen. Voor de Verenigde Naties is het namelijk belangrijk dat elke grote en dichtbevolkte plaats de nodige voorzieningen krijgt. Maar voor toepassingen waarbij de bebouwde omgeving van de stad belangrijker is dan haar inwonersdichtheid, is DEGURBA wellicht minder geschikt.
Hoe zit het met jouw woonplaats? Hoeveel inwoners heeft die, en wordt ze administratief gedefinieerd als ‘stad’? Komt die administratieve status overeen met jouw eigen ervaring? Waar precies de grens tussen stad en platteland ligt, weet ik niet. Maar ik weet wel dat ik ze wekelijks oversteek, ergens onderweg van Brussel naar Eksaarde.