Het is een jongen! Of beter gezegd, het zijn er drie. Met DNA uit wolvenkeutels maakten populatiegenetici de genetische paspoorten van drie welpen van August en Noëlla. In elk van de drie paspoorten staat m, voor mannetje.
De drie jonge wolven zijn vanaf nu bekend als GW1924m, GW1954m en GW1963m. Die weinig sprekende namen zijn de codes waarmee de Limburgse wolven de Europese databanken ingaan.
De onderzoekers van het INBO (Instituut Natuur- en Bosonderzoek) werkten de laatste weken de klok rond om DNA van de nog levende welpen te bemachtigen, voordat die eropuit trekken. Om de wolvenpopulatie in Europa goed op te volgen, is het belangrijk om de ene wolf van de andere te onderscheiden. Dat gebeurt met DNA uit het speeksel op bijtwonden aan prooien, uit verse keutels of uit wolvenharen die aan prikkeldraad blijven hangen. Daaruit kan ook worden afgeleid of het om een mannetjes- of een wijfjesdier gaat. De twee gestorven welpen van August en Noëlla waren wijfjes.
Omdat het speeksel op bijtwonden aan prooien dikwijls van verschillende wolven komt, werden er volop uitwerpselen van de welpen verzameld. Daarvoor werden honden ingezet die getraind zijn om snel keutels te vinden. Om genetisch materiaal uit uitwerpselen te kunnen halen, moeten die namelijk heel vers zijn.
Volgens populatiegeneticus Joachim Mergeay hebben mannetjeswolven meer de neiging om ver weg te trekken dan wijfjes. ‘August komt bijvoorbeeld uit Polen, en de wolf die vorig voorjaar aan het Albertkanaal gefilmd werd, maakte een toer van duizend kilometer vooraleer hij terugkeerde naar zijn geboorteroedel in Noord-Duitsland.’ Wie weet, misschien stichten nummer 24, 54 en 63 over een jaar dus wel een roedel in Lübeck of in Saint-Tropez.