Wijfjesvis doet superstrenge zaadselectie
17 augustus 2016 door Eos-redactieEen wijfje is er doorgaans altijd op uit om de beste vaderlijke genen voor haar kroost te selecteren. Een visje uit de Middellandse Zee gaat wel heel ver.
Een wijfje is er doorgaans altijd op uit om de beste vaderlijke genen voor haar kroost te selecteren. Een visje uit de Middellandse Zee gaat wel heel ver. Maar dat moet ook wel, gezien ze sperma van verschillende mannetjes aangeboden krijgt.
Het dierenrijk zit vol met vernuftige trekjes en gedragingen van wijfjes om een partner te kiezen voor de voortplanting – en ja, meestal zijn het de wijfjes die kiezen uit een overaanbod van mannetjes. Zelfs bij wijfjes die met meerdere mannetjes op (min of meer) hetzelfde moment paren zijn mechanismen bekend waarmee hun interne organen met ‘ongewenst’ zaad afrekenen – want nadelig voor hun kroost.
Amerikaanse biologen hebben nu in de Middellandse Zee een lipvissensoort ontdekt (Symphodus ocellatus) waarbij de wijfjes uitdrukkelijk op zoek zijn naar mannetjes die hun steentje meer dan gemiddeld bijdragen in het huishouden – lees: het bouwen van een nest en voorzien van voedsel en bescherming voor het kroost. Net zoals bij de meeste diersoorten zijn ook bij de lipvissen niet alle mannetjes even ‘geëmancipeerd’. De kleurrijke, dikkere exemplaren zijn doorgaans de beste huisvaders, terwijl de kleine, slanke varianten meer op casanova’s lijken.
Lipvissen planten zich voort door te paaien – de wijfjes scheiden daarbij ‘wolken’ van eitjes af die de mannetjes met hun sperma vervolgens moeten bevruchten. Omdat de wijfjes met meerdere mannetjes tegelijkertijd ‘paait’ hebben ze een mechanisme ontwikkeld voor zaadselectie: de eitjes worden afgescheiden tezamen met een vloeistof aangemaakt in de eierstokken die het zaad van de gewilde mannetjes (de goede huisvaders) het voordeel geeft. Hoewel zij minder sperma afscheiden dan de ‘jagers’, geraken hun zaaddeeltjes sneller doorheen de vloeistof tot bij de eicel, waardoor de kwaliteit het haalt van de kwantiteit. (sst)
Bron: Suzanne Alonzo, University of California, Santa Cruz, VS in Nature Communication