Amerikaanse wetenschappers hebben de verandering van de gemiddelde jaartemperatuur en jaarlijkse neerslag onderzocht in alle 417 natuurparken die door de federale overheid in Washington worden beschermd. Ze deden dit over een periode van ruim een eeuw, van 1895 tot 2010. Uit de resultaten blijkt dat de opwarming van het klimaat dubbel zo hard gaat in de parken als in de rest van het land. De parken zijn samen goed voor 4 procent van het landoppervlak van de VS.
"De onderzoekers vrezen dat de gemiddelde jaartemperatuur in de parken tegen 2100 wel negen graden hoger gaat zijn"
Volgens de onderzoekers zijn de nationale parken zo kwetsbaar omdat ze vaak in extreme omgevingen liggen – in het hoge noorden (de parken in Alaska), op grote hoogte (Yellowstone in Wyoming en Yosemite in Californië) en in het kurkdroge zuidwesten van het land (Joshua Tree National Park, Californië). Ze vrezen dat de klimaatopwarming de gemiddelde jaartemperatuur in de parken tegen 2100 wel negen graden hoger kunnen duwen.
De gevolgen van die versterkte opwarming laten zich raden: een hoger risico op bosbranden, en iconische dieren en planten die het extra moeilijk krijgen, zoals de fluithaas (Lassen Volcanic National Park, Californië) en de Yuccabomen (Joshua Tree).
De gemiddelde hoeveelheid neerslag over dezelfde periode van weer vermindert in de parken, terwijl die in de rest van het land de voorbije eeuw wel toegenomen is. Zowat een tiende van het totale parkoppervlak krijgt regelmatig te maken met extreme droogte, vooral de parken in het zuidwesten van de VS.