‘Er zwommen al haaien in de zee nog voordat de bomen groeiden.’ Dat is een bekend feitje over de geschiedenis van het leven op aarde. Maar klopt het wel?
‘Life is old there, older than the trees, younger than the mountains, growing like a breeze...’
Wie meezingt met ‘Country Roads’, de klassieker van John Denver, wordt misschien net zoals ik geraakt door de mystieke sfeer van dit zinnetje. Iets dat ouder is dan bomen, dat moet toch onnoemelijk oud zijn?
Zoals haaien. Die zouden ‘ouder zijn dan bomen’. Dat wordt althans vaak aangehaald als één van die verbazende weetjes over het leven op aarde. De ontzagwekkende ouderdom van haaien wordt misschien graag aangehaald bij wijze van eerherstel, omdat ze nog steeds te lijden hebben onder een kwalijke reputatie bij de mens. Het zogenaamde Jaws-effect zou sinds de bekende films van de jaren ’70 die irrationele angst aangezwengeld hebben, en er medeverantwoordelijk voor zijn dat haaienpopulaties sindsdien gekelderd zijn. Dat is overdreven: de daling van haaienpopulaties heeft alles te maken met de commerciële overbevissing. Hoog tijd voor genuanceerde informatie over haaien!
Klopt het dat haaien ouder zijn dan bomen? De bewering doelt op het ontstaan van kraakbeenvissen, de groep waartoe haaien behoren. Die kraakbeenvissen ontstonden in de oerzeeën van het Laat-Ordovicium, zo’n 458 miljoen jaar geleden. Dat weten we dankzij de microfossiele huidtandjes, een typisch kenmerk van kraakbeenvissen, die zijn teruggevonden in gesteenten met die ouderdom.
Wat eerder in diezelfde periode, zo’n 470 miljoen jaar geleden, koloniseerden ook de eerste mosachtige plantjes het land. Dat had tot dan toe braakgelegen, of was hoogstens begroeid met algen, bacteriën en schimmels. Maar van bomen was nog lang geen sprake. Pas twee geologische perioden later, in het Midden-Devoon van 385 miljoen jaar geleden, treffen we de eerste boomstammen aan. Die waren van het geslacht Wattieza, dat behoorde tot een uitgestorven verre zustergroep van varens en paardenstaarten.
Om een datering toe te kennen aan het ontstaan van ‘echte’ haaien moeten we vooruitspoelen naar het moment dat die zich afscheidden van de roggen
Eén-nul voor de haaien dus? Niet helemaal. Niet alle kraakbeenvissen zijn haaien – denk aan de mysterieuze draakvissen of chimaera’s. Pas in het Midden-Devoon, precies wanneer de Wattieza-boomstammen ontstonden, splitsten de haaiachtige Elasmobranchii zich af van de andere kraakbeenvissen. Onder hen allerlei uitgestorven haaiachtigen, zoals de bizarre Helicoprion met zijn spiraalvormige kaken. Maar de Elasmobranchii omvatten ook groepen die we niet als haaien beschouwen, zoals de roggen en zaagvissen. Moderne, ‘echte’ haaien behoren tot de superorde Selachimorpha. Om een datering toe te kennen aan het ontstaan van echte haaien moeten we dus vooruitspoelen naar het moment dat die zich afscheidden van de roggen. Zo komen we uit in het Trias, ergens tussen 252 en 201 miljoen jaar geleden.
En de bomen? Die hebben het voordeel dat de term slaat op een groeivorm en geen evolutionair afgescheiden groep. Zelfs Wattieza, die een rechtstreekse verwantschap heeft met moderne varens en paardenstaarten, zouden we vandaag nog als boom bestempelen. Zelfs al laten we uitgestorven groepen buiten beschouwing en kijken we alleen naar vandaag nog levende ordes met boomvormige planten, dan landen we in het Carboon (359 - 299 miljoen jaar geleden), toen ginkgo’s, palmvarens en coniferen ontstonden. Ook groeiden er toen boomvarens van de vandaag nog bestaande varenorde Marattiales. Honderd miljoen jaar vóór de echte haaien ontstonden, dus.
Conclusie: haaiachtige Elasmobranchii zwommen rond vanaf het Midden-Devoon, op hetzelfde moment dat voor het eerst boomvormige sporenplanten het land bevolkten. ‘Echte’ haaien ontstonden echter pas honderd miljoen jaar nadat hedendaagse ordes met bomen geëvolueerd waren.