Een blikseminslag komt nooit alleen

Niets is wat het lijkt. Ook niet bij een van de meest fascinerende weerfenomen. Door het ontstaan van quasi-onzichtbare ‘naalden’ treft een bliksemschift meermaals de aardbodem.

Hoewel tijdens felle onweders de hemel soms wel in lichterlaaie lijkt te staan, slaat de bliksem – binnen een begrensd gebied – maar één keer in. Dat denken we althans. En dat vloeit op het eerste gezicht ook voort uit de fysica en meteorologie achter de bliksem: als een schicht de grond raakt, verdwijnt immers de elektrische lading in de aardbodem. En zonder lading, geen bliksem.

Een team van Belgische en Nederlandse wetenschappers heeft nu echter ontdekt dat de bliksem in een begrensd gebied doorgaans niet één keer inslaat, maar herhaaldelijk. Ze zagen dit via een netwerk van honderden kleine, aan elkaar gekoppelde radiotelescopen – die zo samen één grote telescoop vormen. Met de telescoop pikten ze de ultrakortegolfstraling op uitgezonden door de plasmakanelen (de ontladingskanalen) die de bliksemschicht vormen.

Het beeld dat de wetenschappers met hun hogeresolutietelescoop konden vormen, toont voor het eerst breekpunten in het plasmakanaal van een bliksemschift. Het is op die punten dat er zogenaamde ‘naalden’ worden gevormd. Die vertakkingen nemen ladingen uit het hoofdkanaal op en sturen ze terug naar de wolk. Zodra de negatieve lading in de wolk weer hoog genoeg is, keert deze terug in het hoofdkanaal – wat resulteert in een tweede bliksemontlading. Door dit mechanisme slaat de bliksem herhaaldelijk in hetzelfde gebied in.

Bliksem ontstaat wanneer sterke opwaarste luchtstromen een soort statische elektriciteit opwekken in grote cumulonibuswolken. Delen van de wolk raken positief geladen en andere delen juist negatief. Wanneer deze ladingsscheiding sterk genoeg is geworden, vindt er een heftige ontlading plaats, die we als bliksem kennen.