Eos Bibliotheek

Gedomesticeerd paard komt uit Kaukasus

In het kort

DNA van de 273 paardenresten wijst uit: domesticatiehaard ligt in Pontische steppe ten noorden van de Kaukasus.

Paarden werden voor het eerst gedomesticeerd ten noorden van de Kaukasus zo’n 4.200 jaar geleden. In een paar eeuwen veroverde het gedomesticeerde paard de rest van Europa en Azië.
 

Dit zijn de resultaten van een grootschalige genetische studie in Nature.

Door wie en waar zijn moderne paarden voor het eerst gedomesticeerd? Wanneer veroverden ze de rest van de wereld? En hoe verdrongen ze de talloze andere paardensoorten? Dankzij een team van 162 wetenschappers, gespecialiseerd in archeologie, paleogenetica en linguïstiek, komt er eindelijk antwoord op die vragen.

Enkele jaren geleden bestudeerde het team van paleogeneticus Ludovic Orlando (van het Franse onderzoekscentrum CNRS) de site van Botai in Centraal-Azië, die het oudste archeologische bewijs van gedomesticeerde paarden had opgeleverd. Maar de resultaten van de DNA-analyse waren niet overtuigend: deze 5.500 jaar oude paarden waren niet de voorouders van de gedomesticeerde paarden die we vandaag kennen.

Ook andere gebieden waarvan onderzoekers vermoedden dat ze ‘domesticatiehaarden’ waren, zoals Anatolië, Siberië en het Iberisch schiereiland, leverden geen positief resultaat op. ‘We wisten dat de domesticatie tussen 4.000 en 6.000 jaar geleden moet hebben plaatsgevonden, maar wáár juist, vonden we niet’, zegt Orlando.

Omwenteling vanuit de Kaukasus

Het onderzoeksteam besloot daarom de studie uit te breiden tot heel Eurazië en het genoom te analyseren van 273 paarden die tussen 52.000 en 2.200 jaar geleden leefden. Een van de onderzochte paardenbotten komt uit de grot van Goyet (bij Namen) en is ongeveer 36.000 jaar oud. Het wordt bewaard in de collectie van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Het DNA van de 273 paardenresten werd gesequenced in twee Franse onderzoekscentra.

De analyse wierp zijn vruchten af: hoewel Eurazië ooit is bevolkt door genetisch verschillende paardenpopulaties, heeft zich tussen 4.000 en 4.200 jaar geleden een omwenteling voorgedaan. ‘De paarden die in Anatolië, Europa, Centraal-Azië en Siberië leefden, waren vroeger genetisch heel verschillend’, zegt Pablo Librado, eerste auteur van de studie. Vervolgens begon één enkel genetisch profiel, dat voordien beperkt was tot de Pontische steppe (het noorden van de Kaukasus), zich buiten zijn oorspronkelijke gebied te verspreiden en verving het binnen enkele eeuwen alle wilde paardenpopulaties, van de Atlantische Oceaan tot Mongolië. ‘De genetische gegevens wijzen ook op een explosieve demografische toename van dat gedomesticeerde paard in die tijd, zonder equivalent in de voorbije 100.000 jaar’, voegt Orlando toe. ‘Dit is het moment waarop we de controle over de voortplanting van het dier overnamen en paarden in enorme aantallen fokten.’

Sterke rug, zacht karakter

Maar hoe verklaar je het grandioze succes van die ene populatie? De wetenschappers vonden twee opvallende verschillen tussen het genoom van dit paard en dat van de populaties die het verving: het ene wordt geassocieerd met een meer volgzaam gedrag en het andere is gelinkt met een sterkere ruggengraat. De onderzoekers suggereren dat die kenmerken het succes van deze dieren verzekerden in een tijd waarin iedereen in de Oude Wereld te paard begon te reizen.

Uit de studie blijkt ook dat het paard zich over Azië verspreidde samen met het gebruik van strijdwagens – lichte wendbare wagens met spaakwielen – en samen met de Indo-Iraanse talen. De migratie van Indo-Europese volkeren, van de steppegebieden naar Europa vanaf 5.000 jaar geleden, kan wel niet aangezwengeld zijn door het paard, aangezien zijn domesticatie en verspreiding pas later plaatsvonden. Dit laatste geeft aan hoe belangrijk het is om de geschiedenis van dieren mee te nemen in de studie van menselijke migraties en ontmoetingen tussen culturen.