Een chemicus legt uit waarom een “doodsparfum” je zou kunnen beschermen als de roofzuchtige zombies toeslaan tijdens Halloween.
Het einde van de wereld is nabij – of zo lijkt het toch. We leven in een wereld die belegerd is door dodelijke virussen, terroristische dreigingen en achterlijke politici. En omdat het deze week Halloween is, moeten we ons zorgen maken over zombies. Vleesetende meutes van de levende doden, voortdurend groeiend, voortdurend hongerig, achtervolgen ons door steegjes en dwingen ons om ons te verstoppen in donkere kelders.
Dit is echter niet het geval als chemicus Raychelle Burks ons kan helpen met haar “doodsparfum” camouflagemethode. Burks is een onderzoekster aan Doane College in Nebraska en aan de universiteit van Nebraska-Lincoln, waar ze nieuwe sensormaterialen bestudeert. Als sensorexpert en zombieliefhebber – ze heeft een werk uitgegeven over het onderwerp, mét wetenschappelijke referenties – gelooft ze dat we zombies in de maling kunnen nemen door net zoals hen te ruiken. Burks vertelde ons dat ze de chemicaliën die we nodig hebben al ontdekt heeft.
Hoe weet je dat zombies je volgen door je geur?
Aan de hand van onze uitgebreide kennis over zombies, die uit de populaire cultuur komt, is het enige onveranderlijke dat zombies hersenloos zijn. Ze zijn onhandig, ze kreunen in plaats van te praten, ze doen herhaaldelijk stomme dingen. Ze hebben serieuze neurologische afwijkingen. Desalniettemin proberen ze om ons te eten en niet elkaar. Hoe weten ze dat we geen zombies zijn? Tja, je ruikt niet goed. Je ruikt levend, niet dood en ontbindend.
Hoe ruikt dood en ontbinding dan?
Er is hier veel onderzoek naar verricht in de wereld van de non-fictie. Wetenschappers hebben zowel forensische onderzoekers die zoeken naar verborgen graven geholpen als trainers van honden die zoeken naar menselijke stoffelijke overschotten. Ze hebben honderden chemische verbindingen ontdekt die uit rottende lijken komen. Ik heb een aantal daarvan zelf geroken en, nou ja, ieuwwww.
Kunt u een voorbeeld geven van deze stinkende chemicaliën?
Putrescine en cadaverine zijn er twee die passende namen hebben gekregen. Ze ontstaan als aminozuren afbreken en ze ruiken naar stinkdieren, zwavel en menselijke uitwerpselen. Dan is er nog dimethyldisulfide dat ruikt naar rotte kool. Een gerelateerde verbinding, dimethyltrisulfide, ruikt naar een open, etterende wonde. Een ander chemisch product dat door rottend vlees wordt aangemaakt, skatool, doet mensen ook denken aan ontlasting als ze er een vleugje van opvangen.
Heerlijk. Hoe kan dit ons helpen bij zombies?
We willen onszelf vermommen, ons vermengen met de omgeving zoals jagers die zichzelf besproeien met dierenurine. Onze omgeving is echter die van de levende doden. We moeten onze natuurlijke geur verdoezelen om hen te bedotten. We moeten ruiken naar zombies. Er is een succesvolle klinische studie van deze aanpak geweest: in het eerste seizoen van de televisieserie The Walking Dead bedekten de mensen zichzelf met zombiedrab om te ontsnappen. Gelukkig voorziet de chemie een gemakkelijkere oplossing.
Dat zou dan uw “doodsparfum” zijn?
Of “Eau de Mort”, ja. We wilden de marketingmensen erbij betrekken voor we de uiteindelijke naam besloten. Maar het idee is om met deze chemicaliën iets te creëren dat je op jezelf kan sprayen, in plaats van dat je jezelf moet insmeren met zombiedarmen.
Heeft u het parfum al gemaakt?
Nog niet. We moeten nog enkele cosmetische chemici erbij halen, mensen die met parfums werken, om uit te zoeken hoe we deze chemicaliën moeten verbinden zodat ze een tijdje meegaan. Zou het op oliebasis moeten zijn? Een lotion, misschien een spray? Je wilt waarschijnlijk veel opties hebben – misschien een crème voor persoonlijk gebruik en een spray om te camoufleren waar je woont, zodat je huis niet zo levend ruikt. Dan moeten we het testen met honden die menselijke overblijfselen kunnen ruiken. We willen het niet halverwege een zombie-apocalyps testen. We willen weten dat we iets hebben dat werkt.
Denkt u echt dat dit zou werken?
Er zijn voorbeelden van in de natuur. De reuzenaronskelk bijvoorbeeld. Hij heeft een gigantische bloem die naar verrotting ruikt. De geur trekt insecten aan die meestal naar kadavers gaan, zoals vliegen en kevers, en de bloem gebruikt hen om zijn stuifmeel te verspreiden. Ik heb eens naast een bloeiende reuzenaronskelk gestaan en echt, pfiew! Ik ben er zeker van dat we op de goede weg zitten.
Dus een zombieplaag boezemt u geen angst in?
Deze Halloween maak ik me eerder zorgen over gewond te raken door een koe. Ik woon in Nebraska. Statistisch gezien is de waarschijnlijkheid veel groter.
Vertaling: Iris Van Gerwen