Bij de Stichting Tegen Kanker (STK) beslissen twee wetenschappelijke raden over de toekenning van onderzoeksgeld: een raad voor fundamenteel onderzoek, en een andere voor klinisch en translationeel onderzoek. In beide gevallen zijn vrouwelijke experts sterk in de minderheid. Van de telkens dertien leden zijn respectievelijk twee leden en één lid vrouw.
Is dat anno 2018 niet wat weinig? Patricia Servais, Manager Wetenschappelijke Beurzen bij STK vindt die vraag ‘enigszins verrassend’. ‘Niet het geslacht van de mensen die vrijwillig in de jury’s zetelen telt, maar hun wetenschappelijke competenties’, aldus Servais. ‘Het klopt dat er ‘slechts’ drie vrouwen zetelen in onze twee raden. Maar u heeft vast ook gemerkt dat één van hen voorzitster is. Dat bevestigt het belang van haar rol. Leden worden gekozen omwille van hun kennis en complementariteit. Met andere criteria, zoals leeftijd of geslacht, houden we geen rekening.’
'Leden worden gekozen omwille van hun kennis en complementariteit. Met andere criteria, zoals leeftijd of geslacht, houden we geen rekening’
Dat doen andere organisaties die onderzoeksgeld verdelen wel. Bij het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO), de grootste financierder van fundamenteel onderzoek, mag maximaal twee derden van de experts in commissies hetzelfde geslacht hebben.
‘Een evenwichtige genderbalans in de expertpanels is om meerdere redenen belangrijk’, zegt FWO-secretaris-generaal Hans Willems. ‘De samenstelling van een panel kan mee de beoordelingen van aanvragen bepalen. Wetenschappelijke studies wijzen uit dat een goede genderbalans in evaluatiepanels de kwaliteit van de evaluaties verbetert en een efficiënte manier is om impliciete en expliciete gender bias tegen te gaan.’
'Het anonimiseren van ingediende papers bij het vakblad Behavioural Ecology leidde ertoe dat 30% meer artikels van vrouwelijke auteurs werden aanvaard'
Dat die impliciete bias bestaat, blijkt onder meer uit onderzoek waarbij proefpersonen identieke wetenschappelijke papers positiever beoordeelden als de auteur een man was. Bij een ander experiment leidde het anonimiseren van bij het vakblad Behavioural Ecology ingediende papers ertoe dat er 30 procent meer artikels van vrouwelijke auteurs werden aanvaard. ‘Tot slot is de aanwezigheid van vrouwelijke academici op sleutelposities, zoals in benoemings- en evaluatiecommissies, ook een goed rolmodel voor jonge onderzoekers’, zegt Willems.
Zeg niet te gauw: ‘Er is geen vrouw’
‘Ik zou niet weten waarom normen die elders voor dit soort commissies worden gehanteerd – zoals bij het FWO – niet voor de Stichting Tegen Kanker zouden gelden’, zegt Veerle Draulans, expert gender- en diversiteitsstudies aan de KU Leuven. Draulans herinnert zich een oude slogan: ‘‘Zeg niet te gauw, er is geen vrouw.’ Alsof enkel mannen over relevante expertise beschikken.’
De kwestie leeft ook in Nederland, waar vrouwelijke kankeronderzoekers onlangs hun ongenoegen uitten over het feit dat bij de oprichting van een nieuw kankerinstituut geen vrouwen betrokken waren. Nochtans moeten vrouwelijke wetenschappers niet onderdoen voor hun mannelijke collega’s, toonden ze in NRC Handelsblad met cijfers aan.
‘STK zou meer moeite moeten doen om vrouwelijke experts te rekruteren’, vindt ook kankeronderzoekster Gabriele Bergers (KU Leuven/VIB) ‘In de academische wereld stoten nog altijd minder vrouwen dan mannen door naar de hoogste posities. Om daar verandering in te brengen, is het cruciaal dat vrouwen in belangrijke commissies zetelen. Er zijn zeker voldoende vrouwelijke wetenschappers die over de nodige expertise beschikken.’
Ook andere kankeronderzoeksters bevestigen dat STK geschikte vrouwen zou vinden, als de organisatie dat zou willen. Omdat het een kleine wereld is, en de fondsen schaars zijn, zien ze hun naam echter liever niet vermeld. ‘De stichting is zich duidelijk onvoldoende bewust van het belang van diversiteit en fenomenen zoals impliciete bias’, stelt een kankeronderzoekster.
'In 2016 financierde Stichting Tegen Kanker 74 onderzoeksprojecten. In 31% daarvan was de hoofdonderzoeker een vrouw'
In 2016 financierde STK 74 onderzoeksprojecten. In 31 procent daarvan was de hoofdonderzoeker een vrouw. ‘Of dat cijfer een maatschappelijke realiteit weerspiegelt, is niet onze verantwoordelijkheid’, vindt Servais. ‘Voor ons telt enkel de waarde van de projecten.’
Gebrek aan transparantie
Bij sommige kankeronderzoekers bestaat onvrede over de manier waarop de raden van STK worden samengesteld. ‘De leden van de wetenschappelijke raden worden gekozen door de Raad van Bestuur, op basis van de kandidaturen die de verschillende Belgische universiteiten ons bezorgen’, licht Servais toe. ‘We waken daarbij over het taal- en het universitair evenwicht.’
Anders dan bijvoorbeeld het FWO doet STK geen algemene oproep waarbij iedereen zich kandidaat kan stellen om in hun expertencommissies te zetelen. ‘Het vertrekkende lid en de andere leden van de raad doen voorstellen’, verduidelijkt Servais.
‘Extern publiek rekruteren is belangrijk om de cirkel van 'ons kent ons' te doorbreken en verfrissende, nieuwe ideeën binnen te brengen’
‘Dat proces verloopt niet transparant’, zegt een kankeronderzoekster. ‘Iedereen moet zich kandidaat kunnen stellen om vriendjespolitiek te vermijden.’ Ook Draulans benadrukt het belang van transparantie. ‘Extern publiek rekruteren is belangrijk om de cirkel van 'ons kent ons' te doorbreken en verfrissende, nieuwe ideeën binnen te brengen.’
Servais is het niet eens met die kritiek. ‘Een open oproep zou geen oplossing zijn. In een klein land als België is het aantal potentiële kandidaten sowieso beperkt. Daarnaast nemen we een aantal maatregelen om een maximum aan objectiviteit te garanderen. Een jurylid mag nooit een project beoordelen van zijn universiteit en elk project wordt voorgelegd aan drie buitenlandse experts, na controle op belangenvermenging. Juryleden met een belangenconflict moeten tijdens de bespreking de zaal verlaten. Dat lijkt ons voldoende om het risico op ‘vriendjespolitiek’ te vermijden.’
‘Het huidige systeem is fundamenteel onrechtvaardig, vindt een andere kankerexperte. ‘Het garandeert geen gelijke kansen om tot de raden toe te treden en houdt het ‘old boys network’ in stand.’