Mannen domineren wetenschap nog steeds
10 december 2013 door Eos-redactieEen analyse van ruim vijf miljoen wetenschappelijke artikelen wijst uit dat er een grote kloof gaapt tussen mannen en vrouwen als het gaat om auteurschap en citaties. Dat geldt ook voor België en Nederland.
Een analyse van ruim vijf miljoen wetenschappelijke artikelen wijst uit dat er een grote kloof gaapt tussen mannen en vrouwen als het gaat om auteurschap en citaties. Dat geldt ook voor België en Nederland.
Vijf Amerikaanse en Canadese wetenschappers doken in de database van Thomson Reuters Web of Science. Die omvat zowat alle wetenschappelijke artikelen die in vakbladen zijn gepubliceerd, en geeft ook een overzicht van citaties van artikelen in nieuwe papers. Ze onderzochten alle artikelen die tussen 2008 en 2012 zijn gepubliceerd – goed voor bijna 5,5 miljoen stuks met ruim 27 miljoen auteurs.
Resultaat: voor elke paper met een vrouw als eerste auteur, zijn er bijna twee van een man. Gaat het om – minder belangrijke – twee, derde auteurs, dan zijn vrouwen goed voor minder dan 30%, en mannen voor iets meer dan 70%. Artikelen van vrouwelijke eerste auteurs worden bovendien beduidend minder geciteerd dan die van mannelijke auteurs. Verder duiken vrouwen ook veel minder op in artikelen die het resultaat zijn van een internationale samenwerking tussen wetenschappers.
Minder dan 6% van de landen met wetenschappelijke output komt dicht bij gendergelijkheid. Opvallend is dat Zuid-Amerika en Oost-Europa een beter evenwicht tussen mannen en vrouwen bereiken als het gaat om wetenschappelijke artikelen. België en Nederland brengen het er, net als de rest van West-Eurpa en de VS, minder goed van af. De cijfers bevestigen ten slotte het cliché van de ‘vrouwelijke onderwerpen’. Als de vrouwen de mannen toch eens overklassen in aantal, dan is dat in disciplines als vroedkunde, taalkunde, onderwijs en opvoeding en sociaal werk. Typisch ‘mannelijke’ disciplines zijn militaire wetenschap, techniek, robotica, lucht- en ruimtevaart, computerwetenschap en economie.
De onderzoekers wijzen in hun commentaarstuk in Nature naar leeftijd als mogelijk belangrijkste verklaring voor de man-vrouwkloof. Onder de jonge wetenschappers zijn er veel vrouwen, maar zodra de professorleeftijd is bereikt, is het nog steeds een mannenwereldje. ‘Onze studie levert een solide kwantitatieve onderbouwing voor wat we intuïtief al wisten: barrières voor vrouwelijke wetenschappers blijven wijdverspreid, ondanks meer dan tien jaar beleid om dat te verhelpen.’ (lg)