Nederlanders investeren pak geld in topwetenschap
15 november 2012 door AHet Nederlandse ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) verdeelt 167 miljoen euro onder zes wetenschappelijke teams die de komende tien jaar onderzoek gaan doen naar onder meer kanker, nanotechnologie en de hersenen.
Het Nederlandse ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) verdeelt 167 miljoen euro onder zes wetenschappelijke teams die de komende tien jaar onderzoek gaan doen naar onder meer kanker, nanotechnologie en de hersenen.
'Dit is erg veel geld voor een klein aantal onderzoeksgroepen', zei een woordvoerster van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De NWO heeft het ministerie geadviseerd over de te honoreren groepen.
'Het zijn hele grote wetenschappers. Er zitten meerdere Spinozawinnaars tussen', aldus de woordvoerster. De Spinozaprijzen worden jaarlijks door de NWO uitgereikt aan maximaal 4 topwetenschappers en worden ook wel de Nederlandse Nobelprijzen genoemd.
Professor Cees Dekker van de TU Delft is een van de gelukkige wetenschappers. Zijn team, dat zich samen met wetenschappers van de Universiteit Leiden bezig houdt met nanowetenschappen, krijgt 35,9 miljoen. Dat wordt aangevuld met nog eens 15 miljoen euro van de universiteiten van Leiden en Delft. Hij is erg blij met de toekenning. 'Dit is een grote stap voorwaarts. Hiermee kunnen we een slag maken om het veld voort te stuwen', zei Dekker tegen het ANP.
De toekenning van de 167 miljoen vindt plaats in het zogenaamde programma Zwaartekracht. In 2013 zal binnen datzelfde programma nog eens 151 miljoen euro verdeeld worden onder verschillende onderzoeksgroepen. In 2016 is er nog een ronde.
Minister Jet Bussemaker wil met de miljoenen stimuleren dat universiteiten hun krachten bundelen. Tevens moeten de beste onderzoekers de gelegenheid krijgen om met elkaar samen te werken, ook internationaal. Op die manier kunnen de wetenschappers toponderzoek doen en Nederland op de kaart zetten als onderzoeksland.
'Met dit onderzoek stimuleren wij onderzoek dat tot de wereldtop behoort of de potentie ervoor heeft', stelt Bussemaker. Bovendien is vrij en onafhankelijk onderzoek van belang 'om doorbraken te kunnen forceren in grote maatschappelijke vraagstukken', vindt ze.