Perucetus colossus, een vroege walvis die 39 miljoen jaar geleden voor de kust van het huidige Peru zwom, steekt de blauwe vinvis naar de kroon als zwaarste dier ooit.
Een blauwe vinvis kan 100 à 190 ton wegen, maar het pas beschreven zeezoogdier woog tussen 85 en 340 ton, schatten paleontologen, onder wie Olivier Lambert van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN). De ontdekking plaatst extreme groei bij walvissen veel vroeger in hun evolutie dan tot nu toe is gedacht. De studie staat deze week in het vaktijdschrift Nature.
Paleontoloog Mario Urbina zoekt al decennia naar fossielen in de woestijn langs de zuidelijke kust van Peru. Dertien jaar geleden deed hij een uitzonderlijke ontdekking. Toen de andere teamleden de foto’s zagen, waren ze verbijsterd: de fossielen – die ongeveer 39 miljoen jaar oud zijn (het midden-eoceen) – waren immens en hadden een rare vorm. Het team had verschillende opgravingsmissies nodig om het kolossale skelet uit een heuvelflank te graven. Elk van de 13 gefossiliseerde wervels woog over de honderd kilogram en de 4 ribben waren zo’n 1,4 meter lang.
Het exemplaar, dat geprepareerd werd in het the Museo de Historia Natural, Universidad Nacional Mayor San Marcos in Lima en daar ook wordt bewaard, is een nieuwe soort uit de groep van de (intussen uitgestorven) basilosauriden. Dat zijn de vroegste walvissen die de overgang maakten naar een volledig aquatische levensstijl. Walvissen stammen af van gehoefde landdieren die terug in zee zijn gaan leven en aanvankelijk nog amfibisch waren. Uit de basilosauriden zullen de balein- en tandwalvissen ontstaan die we vandaag nog kennen.
Nieuwe zwaargewichtkampioen?
In de groep van de basilosauriden waren er al soorten bekend met een lichaamslengte tot zo’n 20 meter, maar tot dusver kon geen enkele vroege walvis het zwaarste dier ooit naar de kroon steken: de blauwe vinvis. Die iconische baleinwalvis weegt tot wel 190 ton, zo zwaar als 40 olifanten. Perucetus colossus (‘de kolossale walvis van Peru’), zoals de nieuwbeschreven soort werd gedoopt, zou nu de titel van zwaarste dier ooit kunnen overnemen.
Het internationale team van onderzoekers scande het oppervlak van de fossielen om in 3D hun volume te kunnen berekenen. Onderzoekers boorden ook een staal uit verschillende wervels en uit een rib waarmee ze de inwendige structuur van het bot konden analyseren. En ze gebruikten complete skeletten van nauw verwante walvisachtigen om in te schatten hoe zwaar Perucetus woog tijdens zijn leven. Het 20 meter lange skelet alleen al moet tussen 5 en 8 ton hebben gewogen. Dat is twee tot drie keer zwaarder dan het skelet van de 25 meter lange blauwe vinvis die in het Natural History Museum in London hangt. Om het hele lichaamsgewicht van Perucetus te kunnen schatten, gebruikten de onderzoekers de verhouding tussen zacht weefsel en gewicht van het skelet, dat berekend kan worden bij levende zeezoogdieren. Met schattingen tussen 85 ton tot 340 ton valt het gewicht van deze nieuwe soort ofwel binnen het bereik van de blauwe vinvis, ofwel overtreft het dat ruimschoots.
Stabieler in ondiep water
Twee adaptaties van het skelet zijn verantwoordelijk voor het enorme gewicht van Perucetus. Ten eerste de extra aanmaak van bot op het buitenoppervlak van de skeletdelen. Daardoor zien de wervels er opgeblazen uit (pachyostose genoemd). En de holtes binnenin blijken opgevuld met bot (osteosclerose genoemd), wat het skelet extra zwaar maakt. ‘Die fenomenen zijn geen teken van ziekte’, zegt Olivier Lambert, paleontoloog aan het KBIN en co-auteur van de studie. ‘We kennen die aanpassingen van veel andere zeezoogdieren – zeekoeien onder meer – en uitgestorven reptielen die in ondiepe kustwateren leven of leefden. Zware botten werken als duikgewichten en helpen de dieren om hun drijfvermogen, hun positie in de waterkolom, te regelen en hun trim, de positie van het lijf zelf. Een stabiele houding in het water kan handig zijn geweest om boven de zeebodem te foerageren naar schaaldieren, bodemvissen en weekdieren. En zwaar zijn was mogelijk ook een voordeel bij een sterke golfslag aan de kust.’ De huidige walvissen, die tot veel grotere dieptes kunnen duiken en ver van de kust leven, hebben een veel lichtere botstructuur.
Vroege giganten
Tot nu toe zagen paleontologen de evolutionaire verschuiving naar een gigantische omvang, zoals je die vandaag ziet bij baleinwalvissen, als een recent fenomeen, dat zo’n 5 miljoen jaar geleden begon bij filtervoedende walvissen in open zee. ‘De ontdekking van zo’n reusachtige soort als Perucetus, van wie de zwaarte van de botten enorm was toegenomen, verandert ons begrip van de evolutie van walvissen: al 30 miljoen jaar eerder bereikten ze een gigantisch gewicht in de context van een kustgebied’, aldus Lambert.
'De ontdekking verandert ons begrip van de evolutie van walvissen: al 30 miljoen jaar eerder bereikten ze een gigantisch gewicht, en dat in de context van een kustgebied' Olivier Lambert, paleontoloog Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen
Crowdfunding voor paleolab
Paleontoloog Mario Urbina en zijn collega’s zullen de Peruviaanse woestijn blijven uitkammen, want ze zijn ervan overtuigd dat er nog veel in te ontdekken valt. Prepareren en bewaren van al die belangrijke fossielen is een van de belangrijke taken van het departement paleontologie van het Museo de Historia Natural in Lima. Ze hebben een crowdfunding opgestart voor een nieuw preparatielab.
Artistieke impressie bovenaan dit artikel door Alberto Gennari.