Welke veranderingen kunnen het onderwijs beter maken?
In juni sloot de Rotterdamse Steve Jobsschool na amper één jaar de deuren. Steve Jobsscholen volgen een nieuw onderwijsconcept waarbij de tablet centraal staat. Leerlingen schrijven zich in voor bepaalde workshops en leren op eigen tempo en niveau. Hoogst gepersonaliseerd onderwijs dus, mogelijk gemaakt door nieuwe technologie. Te hoge kosten en onvoldoende studieresultaten spelen de Steve Jobsscholen parten.
En ligt de toekomst van het onderwijs überhaupt in doorgedreven digitalisering? Onderzoek van pedagogen Paul Kirschner en Pedro De Bruyckere suggereert dat de ‘digitale generatie’, geboren na 1980 en opgegroeid met internet, mobiele telefonie en tablets, deze technologie niet wezenlijk anders gebruikt dan haar voorgangers. De digital native bestaat eigenlijk niet.
Alternatieve onderwijssystemen à la Steiner en Freinet zijn niet nieuw en ook vandaag wordt er volop geëxperimenteerd met nieuwe scholen. Auteur en historicus Rutger Bregman toont zich op De Correspondent enthousiast over de basisschool Agora in Roermond, waarvan het concept even radicaal als simpel is: kinderen bepalen zelf wat ze leren. Een school dus zonder lokalen, lesrooster, huiswerk of cijfers, en met een directeur die weinig in de melk te brokkelen heeft.
In de Antwerpse gemeente Sint-Amands opent in september de nieuwe secundaire school LAB de deuren. Eos ging al eens kijken. Klassieke vakken ruimen baan voor onderzoeksprojecten en modules. Centraal staat het idee van begeleid zelfstandig leren. Na een portie theorie gaan de leerlingen zelf aan de slag, met de assistentie van twee of drie leerkrachten die eerder coachen dan doceren.
De aanpak is multidisciplinair, en de projecten staan niet los van maatschappelijke kwesties als klimaatverandering of migratie. Het LAB-model haalde de mosterd in de Scandinavische landen, waar scholen eveneens vak- en leeftijdoverschrijdend vanuit grote thema’s werken en studenten pas op hun zestiende een oriënterende keuze maken.
Een cruciale vraag die bij elk nieuw schoolexperiment opborrelt: bereiken de leerlingen hetzelfde niveau als hun vrienden uit het reguliere onderwijs, en zijn ze voldoende klaargestoomd voor hogere studies of de arbeidsmarkt? Daar zit net de grote uitdaging. In plaats van te focussen op eindtermen of eindtoetsen zou hedendaags onderwijs zich beter richten op de competenties die we nodig hebben om in de 21ste-eeuwse samenleving goed te functioneren. Hoe we massa’s (fake) informatie kunnen verwerken, bijvoorbeeld. Of hoe we nieuwe technologie best toepassen, creatief en kritisch kunnen denken en hoe we moeten omgaan met verandering.
En veranderen ís moeilijk. Mensen organiseren zich volgens eigen inzichten en belangen – religie, leermethodes, diversiteit – en dat staat een radicale onderwijsvernieuwing in de weg. In het debat primeren filosofische overtuigingen vaak boven wetenschappelijke inzichten. Evidence based is ook hier geen overbodige luxe.